Leverings En Betalingscondities In De Handel

Question 1

Leverings en Betalings condities

Answer 1

De voorwaarde waar onder de levering en betaling van goederen plaats vindt.

Question 2

Offerte

Answer 2

*Is een aanbieding van goederen die verkocht moeten worden
* prijsopgave van een partij goederen die men wenst te verkopen

Question 3

In een Offerte Staan

Answer 3

1. Kwaliteit van goederen
2. Prijs
3. Leveringstermijn = tijd waarop de goederen geleverd worden
4. Leveringsconditie = wie de leverings kosten gaat betalen
5. Betalingsconditie= hoe de goederen betaald kunnen worden
6. Soort van goederen
7. Hoeveelheid van goederen

Question 4

Soorten Offerte

Answer 4

• VASTE OFFERTE : goederen moeten tegen de opgegeven prijs en voorwaarden leveren tot een bepaalde tijd. Als de koper een offerte ontvangt word hij dan bij bestelling de koper. De verkoper mag zolang de offerte geldig is de goederen niet aa een ander verkopen.
• VASTE OFFERTE MITS ONVERKOCHT: verkoper levert de goederen tegen de opgegeven prijzen en voorwaarden mits ze nog niet verkocht zijn
• VRIJBLIJVENDE OFFERTE: aanbieding onder voorbehoud dat de bestelling van de koper niet hoeft te accepteren. De verkoper is vrij om goederen aan anderen te verkopen, prijs veranderen, offerte intrekken etc.

Question 5

Kwaliteit kan uitgedrukt worden als:

Answer 5

1. Beschrijving
2. Technische Termen
3. Bepaald Merk
4. Plaats van Herkomst
5. Jaartallen
6. Naam
7. Monster
8. Type of Standaard kwaliteit

Question 6

Leverings condities

Answer 6

Geeft aan wie de vervoerskosten moet betalen.

Question 7

Enkele Leveringscondities

Answer 7

1. FRANCO - alle kosten voor de verkoper.
2. NIET-FRANCO - koper betaald alle kosten en eventueel verzekeringskosten.
   3.REMBOURS -worden verzorgd door postbode. Goederen worden gegeven aan de koper nadat hij de postbode heeft betaald (prijs en kosten). De vervoerder geeft het geld aan de verkoper en zo is de verkoper verzekerd dat de goederen niet zonder betaling worden afgegeven.

Question 8

Leverings condities in het Internationale Goederen verkeer

Answer 8

1. FOB = Free on Board
   Verkoper betaalt de kosten t/m inladen in het schip (eerste kosten)
   FOR = Free on Rail (vrij tot aan de wagon)
   FOP= Free on Plane ( vrij aan boord van het vliegtuig)
2. C.F = Cost and Freight
   Verkoper betaalt de vrachtkosten tot het schip
3. C.I.F = Cost Insurance Freight
   Verkoper betaalt de eerste kosten, vracht en assurantie premie
4. Franco-magazijn= verkoper betaalt alle bovengenoemde kosten.(Offerte prijs is dan hoger)

Question 9

Kosten bij Internationale Goederenverkeer

Answer 9

• Eerste kosten - aflevering uit magazijn
  - vracht naar haven
  - inladen op schip/vliegtuig
• Vracht kosten : zee of air
• Assurantie: verzekering van de goederen tijdens het vervoer
• overige kosten : - lossingskosten bij destination
  - invoerrechten
  -vervoer haven naar magazijn

Question 10

Betalingscondities

Answer 10

Hebben betrekking op : HOE, WAAR en WANNEER de betaling moet geschieden
HOE: welke muntsoort
WAAR: plaats waar er betaald moet worden
WANNEER: tijdstip waarop er betaald moet worden.

Question 11

Kortingen

Answer 11

A: RABAT:
* Korting bij grote afname - als je veel koopt
Korting van 20 % - die korting is een bruto winst , betekend dat hij de tv in zijn winkel moet verkopen voor SRD 1000.
* Merkartikelen - verkoopprijs is door de fabrikant vastgesteld.
B: Korting voor contant
C. Omzet premie of omzet bonus- extra korting die de handelaar ontvangt als hij binnen een bepaalde periode:
1. Tijdsverschil tussen productie en consumptie overbrugt
2. Geen invoerrechten hoeft te betalen
3. Besparing aan opslagruimte

Question 12

RABAT

Answer 12

Korting voor contant en omzet provisie zijn kortingen op de PRIJS

Question 13

EXTRA TARRA, TARRA EN RAFACTIE

Answer 13

Kortingen op het gewicht

Question 14

Bruto voor Netto

Answer 14

Als de artikelen van geringe waarde zijn dan wordt het brutogewicht tegen de prijs omgerekend.

Question 15

Mogelijkheden van het tijdstip van betaling

Answer 15

A. Betaling Voor de Levering van goederen - Afnemers krediet (krediet door afnemers aan leveranciers door vooruitbetaling)
B. Betaling Achteraf - Betaling na de levering van de goederen -Leverancierskrediet
C. Betaling bij de levering
D. Contant betalen (als de betaling uiterlijk binnen een maand moet)
E. Betaling in termijnen (afbetaling, huurkoop)
Afbetaling= koopprijs in twee of meer termijnen zal zijn , je word pas eigenaar na de betaling van de laatste termijn.