Level A - 1,2,3 Flashcards
!Buenos días!
Goedemorgen, goeiedag!
!Buenos tardes!
Goedemiddag!
Buenas Noches!
Goedenavond, goedenacht!
!encantado/a!
Aangenaam, leuk kennis te maken!
!Hasta la semana próxima!
Tot volgende week!
!Mucho gusto!
Aangenaam, leuk om kennis te maken!
!Qué nombre más bonito!
Wat een mooie naam!
?Cómo se dice … en español?
Hoe zeg je … in het Spaans?
?Cómo se escribe?
Hoe schrijf je dat?
?Cómo se llama eso en español?
Hoe heet dat in het Spaans?
?Cómo se llama usted?
Hoe heet u?
?Cómo te llamas?
Hoe heet je?
?Cuál es tu email?
Wat is je email?
?Puedes repetir?
Kun je het herhalen?
?Qué significa …?
Wat betekent …?
Me llamo Carlos
Ik heet Carlos
Soy Ana
Ik ben Ana
Adiós, hasta luego
Dag, tot ziens
!Muchas gracis!
Heel erg bedankt!
De nada
Geen dank
Hola ?qué tal?
Hallo, hoe is het?
Más despacio, por favor
Langzamer alsjeblieft
No entiendo
Ik begrijp het niet
Otra vez, por favor
Nog een keer, alsjeblieft
!Oye!
Hé!
?Cuánto?
Hoeveel?
?Hay un problema?
Is er een probleem?
?Qué es eso?
Wat is dat?
?Qué es esto?
Wat is dit?
?Qué prefieres?
Wat heb je liever?
A ver
Eens zien
aceitunas, unas
den paar olijven
amor, el
de liefde
bici, la
de fiets
bocadillo, un
een broodje
bolígrafo, el
De pen
bombones, unos
een paar bonbons
canción, una
een liedje
casa, la
het huis
cerveza, la
het bier
ciudad, la
de stad
coche, el
de auto
copa de vino, una
een glas wijn
cuaderno, un
een schrift
encuesta, una
een enquete
ensalada, una
een salada
fruta, la
het fruit
galletas, unas
een paar koekjes
gato, el
de kat
hay
er is, er zijn
hombre, el
de man
lámpara, la
de lamp
leche, la
de melk
libro, un
een boek
llaves, las
de sleutels
mañana
morgen
mañana, la
de morgen (ochtend)
mano, la
de hand
mapa, el
de kaart
mesa, la
de tafel
mochila, una
de rugzak
móvil
de mobiele telefoon
mujer, la
de vrouw
ordenador, el
de computer
pared, la
de muur