Lesweek 6B Flashcards
Leiding codering kleur zwart?
Afval water.
Leiding codering kleur blauw?
Schoonwater.
Leiding codering kleur bruin?
Brandstof.
Leiding codering kleur groen?
Zeewater.
Leiding codering kleur grijs?
Niet brandbare gassen.
Leiding codering kleur koperbruin?
Massa’s droog en nat.q
Leiding codering kleur oranje?
Andere olie dan brandstof.
Leiding codering kleur zilver?
Stoom.
Leiding codering kleur rood?
Brandblus installatie.
Leiding codering kleur paars?
Zuren en alkalien.
Leiding codering kleur wit?
Lucht uit ventilatiesysteem.
Leiding codering kleur geel?
Brandbare gassen.
Kenmerken klepafsluiter?
-Schroefspindel,
-Losse/vaste klep,
-Zitting,
-Stromingsrichting.
Kenmerken schuifafsluiter?
-Ballast systemen,
-Bunkersystemen,
-Laad/los systemen tankers,
-Regelklep.
Kenmerken vlinderklep?
-Koelwater systemen,
-Bunker systemen,
-Laad en los systemen,
-Ballast systeem,
-Gas (lage druk),
-Lage weerstand,
-Automatisch,
-Regelklep.
Kenmerken kogelkranen op bolafsluiters?
-Hydraulische systemen,
-Perslucht systemen,
-Hoge druk,
-Weerstand,
-Open of dicht,
-Automatisch (pneumatisch),
-Stopklep (snelafsluiter).
Kenmerken naaldafsluiter?
Erg nauwkeurig te regelen.
Kenmerken SOS afsluiter?
-Op afstand sluitbaar,
-Aan brandstoftanks,
-Aan smeerolie tanks.
Kenmerken driewegklep?
Deze kan meerdere kanten op geregeld worden.
Waar staan DN en PN voor?
DN: Nominale diameter.
PN: Nominale druk.
