Lesweek 1 Flashcards

1
Q

Wat is onderzoek?

A

De zoektocht naar kennis en inzicht die tot de oplossing van vragen en probleem moet leiden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zijn normatieve vragen?

A

Hoe moet of zou iets moeten zijn. Zoals wie is de beste gitarist ter wereld?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat zijn esthetische vragen?

A

Betekenis in overeenstemming met de schoonheidsleer. Wie is het mooiste meisje uit de klas?

Je kan niet onderzoeken wat mooi is. Je kan wel onderzoeken wat mensen mooi vinden en daar criteria aan vaststellen door meningen te vragen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Waar is traditionele wetenschap op gebaseerd?

A

Empirie, ratio en wetmatigheid.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is empirisme?

A

Onderzoek waarbij de resultaten daadwerkelijk zijn waargenomen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is rationaliteit?

A

Onderzoek door simpelweg helder na te denken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is wetmatigheid?

A

Oorzaak gevolg

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is een wetenschappelijk verantwoord onderzoek?

A

het moet systematisch uitvoerbaar zijn, gepubliceerd zijn en repliceerbaar zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Hoe gaat de wetenschappelijke cyclus?

A
Probleem
Opzet
Dataverzameling
Data-analyse
Conclusie
Rapportage
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is de replicatie-eis?

A

Onderzoek dat controleerbaar moet zijn, transparant moet zijn en onderzoek dat is omschreven hoe het precies behaald is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is de publicatie-eis?

A

Onderzoek dat gepubliceerd moet zijn in een rapport, artikel of boek.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is fundamenteel onderzoek?

A

onderzoek dat ten behoeve van de wetenschap wordt uitgevoerd en als doel heef tom kennis te verzamelen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is toegepast onderzoek of praktisch onderzoek?

A

onderzoek at wordt uitgevoerd ten behoeve van de praktijk en als doel heeft om verzamelde kennis te gebruiken om praktijkproblemen op te lossen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat gebeurd er in de fase probleemstelling van de empirische cyclus?

A

het beschrijven, analyseren en vastellen van het probleem.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is de bekentenis van probleemstelling?

A

De probleemstelling is de achtergrond waaruit de onderzoeksvraag voorkomt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is nodig voor een goede probleemstelling?

A

Verdiepen in het onderwerp/thema of probleem
Lezen van kwalitatief hoogwaardige informatie
Inzicht krijgen in de achtergronden en in de context.

17
Q

Een onderzoeksplan begint altijd met een inleiding of introductie, dit wordt de aanleiding genoemd. Wat komt er allemaal in de aanleiding te staan?

A
Een schets van de achtergrond van het onderzoek.
Welke informatie is er al aanwezig
Wat is er al bekend over het onderwerp
Voor wie is het een probleem
Wat is precies het probleem
Waarom is het een probleem
18
Q

Een goede probleemstelling kan antwoord geven op de vraag of het onderzoek wel relevant is.

Wat betekent relevant?

A

Relevant wilt zeggen of het onderzoek zinvol, nuttig, terzake doende. belangrijk, voornaam en bruikbaar is.

Je beschrijft dus in de probleemstelling altijd de relevantie van het onderzoek!

19
Q

De probleemstelling vervormd zich uiteindelijk in een doelstelling. Wat is een doelstelling?

A

Een doelstelling is het antwoord op de vraag waarom je het onderzoek doet. Wat je ermee wilt bereiken.

20
Q

Probleemstelling en doelstelling vormen uiteindelijk je onderzoeksvraag. Wat is de functie van de onderzoeksvraag?

A

De onderzoeksvraag is de vraag waarop het onderzoek antwoord moet geven.

21
Q

Wat doen deelvragen?

A

Helder geformuleerde deelvragen zorgen voor duidelijkheid in de aanpak van de onderzoeksvraag.
Ze zorgen voor stapsgewijze en logische beantwoording van de onderzoeksvraag.
Zorgen voor structuur binnen in je onderzoek.

22
Q

Wat is een standaard opbouw voor deelvragen?

A

Wat is de huidige situatie
Wat is de gewenste situatie
Wat is er nodig om van de huidige situatie naar de gewenste situatie te gaan.

23
Q

Wat is kwalitatief onderzoek?

A

Onderzoek waarbij je open vragen stelt. Je krijgt dan vooral beschrijvingen waar je geen numerieke tabellen of grafieken van kan maken.

Doel hiervan is om inzichten te krijgen, ontwikkelen en met nieuwe ideeën te komen.

Hier heb je wel verifieerbaarseis.

24
Q

Wat is kwantitatief onderzoek?

A

Onderzoek waarbij je gebruik maakt van vragenlijsten of observatieschema’s. Dit zijn gesloten vragen die je wel kan gebruiken voor numerieke tabellen of grafieken.

Doel hiervan is het beschrijven en toetsen van vooral gestelde ideeën.

Hier heb je wel reproduceerbaarheideis.

25
Q

Wat zijn onderzoekseenheden?

A

Personen, instanties of situaties waarover je op basis van het onderzoek uitspraken wilt doen.

26
Q

Welke twee mogelijkheden heb je bij het voorbereiden op je onderzoek?

A

Het doen van een vooronderzoek. Dit door het doen van zowel kwalitatieve als kwantitatieve onderzoeken.

Het doen van een bronnenonderzoek. Kijken of het onderzoek dat je wilt uitvoeren al niet door iemand anders is gedaan. Dit doe je in een literatuuronderzoek waarbij je opzoek gaat naar relevante artikelen en proefschriften/boeken.

27
Q

Welke type onderzoeken heb je?

A
Beschrijvend
Verklarend
Toetsend
Evaluerend 
Explorerend
28
Q

Wat doe je bij een beschrijvend onderzoek?

A

Je stelt frequentievragen. Dit is dan voor een kwantitatief onderzoek.
Voorbeeld is; Hoe hoog is het ziekteverzuim bij bedrijf X?

29
Q

Wat doe je bij een verklarend onderzoek?

A

Je stelt vragen om de oorzaak en een verklaring te vinden op je onderzoeksvraag.
Dit is dan voor een kwalitatief onderzoek.
Voorbeeld is; Wat is de oorzak van uitval van studenten in de propedeuse?

30
Q

Wat doe je bij toetsend onderzoek?

A

Je stelt vragen om opzoek te gaan naar steun in de van tevoren geformuleerde verwachtingen.

Voorbeeld hiervan; Groene daken zorgen voor een energiebesparing van ten minste 10%.

31
Q

Wat doe je bij evaluerend onderzoek?

A

Je stelt vragen om een beoordeling te krijgen op een verwachting of een beoogd effect.

Voorbeeld hiervan; Wat is het effect van verduurzaming op de waarde van woningen?

32
Q

Wat doe je bij explorerend onderzoek?

A

Je stelt vragen om mogelijke oplossingen te verkrijgen. Het formuleren van mogelijke oplossingen voor een probleem.

Voorbeeld hiervan; Op welke manier kan Museumpark 40 getransformeerd worden naar woningen?

33
Q

Wat is een theorie?

A

Een aantal logische gekoppelde en plausibele beweringen die een verklaring vormen voor een specifiek fenomeen.

34
Q

Wat is een hypothese?

A

Op een theorie gebaseerd antwoord op een onderzoeksvraag, die je in het onderzoek toetst. Een hypothese is de stelling die je gaat onderzoeken.

35
Q

Wat zijn de vijf factoren die de uitvoerbaarheid van een onderzoek bepalen?

A
Tijd
Geld
Bereidheid van de respondenten
Bereikbaarheid van respondenten en bestaand materiaal
De eigen onderzoekskwaliteiten