Lesson 4.4 Flashcards
1
Q
Daijoubu
A
Goed
2
Q
Taihen
A
Erg / vreselijk veel
3
Q
Shigoto
A
Werk
4
Q
Nan deshou ka
A
Wat is er / wat zal het zijn
5
Q
Gohan
A
Rijst
6
Q
Asagohan
A
Ontbijt
7
Q
Hirugohan
A
Lunch
8
Q
Bangohan
A
Diner
9
Q
Muri
A
Onmogelijk / onredelijk