Lesson 4 Flashcards
1
Q
Awakening
A
Bewustwording; ontwaking
2
Q
To capture
A
Vastleggen
3
Q
Close-knit
A
Hecht
4
Q
To come into your own
A
To je recht komen
5
Q
Composition
A
Samenstelling; compositie
6
Q
Contemporary
A
Eigentijds; hedendaags
7
Q
Decorative
A
Decoratief
8
Q
Dedication
A
Toewijding
9
Q
To emerge
A
Verschijnen; tevoorschijn komen
10
Q
To encourage
A
Aanmoedigen
11
Q
To express
A
Uitdrukken
12
Q
Extraordinary
A
Buitengewoon
13
Q
To feature
A
Laten zien; tonen
14
Q
For peanuts
A
Voor niets; voor heel weinig
15
Q
In-thing
A
Trend
16
Q
Licensing fee
A
Licentievergoeding