Lesson 1 - 3.1: water in beweging Flashcards

1
Q

Beschrijf de korte waterkringloop.

A
  1. Water verdampt
  2. Water condenseert
  3. Water valt weer in zee
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
1
Q

Beschrijf de lange waterkringloop.

A
  1. Water verdampt
  2. Wolk richting het land
  3. Water condenseert
  4. Water valt op het land
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

In welke vorm is water opgeslagen?

A

Grondwater, meren, rivieren en gletsjers

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hoe ontstaan zeestromen?

A

Grote massa’s zeewater komen in beweging als de wind langdurig in dezelfde richting waait.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Waarom hebben zeestromen gevolgen voor de gebieden waar ze naartoe stromen?

A

Water uit een warm of koud gebied verkoelt of verwarmt een ander gebied.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly