Lesson 1 Flashcards
(77 cards)
Wat is de betekenis van ‘achtergrond’?
De context of de omstandigheden rond een onderwerp
Wat betekent ‘afhankelijk’?
Afhankelijk zijn van iets of iemand
Wat is de arbeidsmarkt?
De markt waar arbeid wordt aangeboden en gevraagd
Wat houdt het in om iets te ‘benadrukken’?
De nadruk leggen op een bepaald aspect
Wat betekent ‘beschikbaar’?
Iets dat vrij is om te gebruiken of toegankelijk is
Wat is ‘bescherming’?
De actie van het beschermen of veiligstellen
Wat is een ‘besluit’?
Een definitieve keuze of uitspraak
Wat betekent ‘betrokken’?
Gehuwd of verbonden met een onderwerp of situatie
Wat is de betekenis van ‘beïnvloeden’?
Invloed uitoefenen op iets of iemand
Wat betekent ‘bezuinigen’?
Het verminderen van uitgaven
Wat is een ‘bijdrage’?
Een bijdrage is een hoeveelheid die wordt gegeven om iets te bereiken
Wat houdt ‘constateren’ in?
Vaststellen of opmerken
Wat betekent ‘daadwerkelijk’?
Werkelijk of feitelijk
Waar staat ‘desondanks’ voor?
Ondanks dat iets het geval is
Wat betekent ‘echter’?
Toch of daarentegen
Wat is een ‘eigenschap’?
Een kenmerk of kwaliteit van iets
Wat houdt ‘evenwicht’ in?
Een toestand van stabiliteit of balans
Wat betekent ‘feitelijk’?
Gebaseerd op feiten, niet op meningen
Wat is ‘gedrag’?
De manier waarop iemand zich gedraagt
Wat betekent ‘gelden’?
Van toepassing zijn of relevant zijn
Wat is een ‘gemeente’?
Een lokale overheidseenheid
Wat is een ‘geneesmiddel’?
Een substantie die gebruikt wordt om ziektes te behandelen
Wat betekent ‘gericht’?
Focussen op een specifiek doel
Wat is ‘goedkeuren’?
Iets goedkeuren of acceptabel maken