Lesson #1 Flashcards
aangenaam
nice, pleasant
aanwijzen
to point to
acht
eight
de achternaam
the last name
alles
everything
ander(e)
other
beantwoorden
to answer
best
good
de bus
the bus
controleren
to check
daar
there
dat
that
diep
deep
de dip
the dip
de docent
the teacher
doen
to do
drie
three
dubbel
double
een
one
een beetje
a little
en
and
gaan
to go
spelen
to play
geen
no
het getal
the number
geven
to give
de groep
the group
hebben
to have
heel
very
heten
to be named
hij
he
hoe
how
hoeveel
how much
het hoofdstuk
the chapter
het huis
the house
de huur
the rent
ik
I
het jaar
the year
je/jij
you
de jongen
the boy
jouw
your
de kaart
the map
kijken
to look
kloppen
to knock
komen
to come
de koop
the buy
de kop
the head
krijgen
to get/to receive
kunnen
to be able to
het land
the country
de letter
the letter
leuk
nice. fun
lezen
to read