Les1 Flashcards
5 basismoleculen die ons lichaam opbouwen
- Suiker
- Vetzuren
- Eiwitten
- Nucleotiden
- Energierijke fosfaten
Transcriptie
Dit is het proces waarbij DNA wordt afgelezen en hierdoor een complementaire RNA-kopie wordt gemaakt.
Translatie
Dit is het proces waarbij RNA wordt afgelezen en hierdoor eiwit wordt gemaakt.
Cytoskelet
Het cytoskelet of celskelet is een netwerk van vezels en buisjes dat de cel stevigheid, vorm en beweeglijkheid geeft. Belangrijk is ook dat het gebruikt wordt om structuren/eiwitten te transporteren.
Mitochondriën
Het zijn de energiecentrales in de cel. Eiwitten moeten verplaatst worden naar andere organellen en daar is energie voor nodig. Energie is dus nodig om te functioneren. Energie wordt geproduceerd in de mitochondriën. Ze gaan suikers (glucose) en vetten in combinatie met zuurstof verbranden tot ATP
oxidatieve fosforylatie
Ademen vraagt zuurstof in de longen, zij zorgen voor zuurstof in bloed. Dan wordt zuurstof rondgebracht in rode bloedcellen. Hierna volgt de aankomst cel, het zuurstof gaat doorheen het plasmamembraan, wat leidt tot energieproductie in mitochondriën.
Golgi-apparaat
maakt van de ruwe eiwitten, functionerende eiwitten
Het glad endoplasmatisch reticulum (ER)
Heeft een glad membraan en dient (vooral) om stoffen vanuit het ruw ER te vervoeren naar het golgi-apparaat.
Het ruw endoplasmatisch reticulum
herbergt de ribosomen en heeft daardoor een belangrijke rol in de eiwitvorming (eiwitsynthese) in de cel.
Plasmamembraan
Plasmamembraan is een organel. Alle organellen zorgen ervoor dat een cel optimaal kan functioneren door structuur te bieden. Het plasmamembraan is ook een structuur, maar kan je zien als de muur van de cel. Het is opgebouwd uit een dubbele vetlaag (fosfolipiden). Dit kan je zien op de tekening doordat je een hydrofiel kopje en 2 staartjes hebt.. De rug is hydrofoob = de staarten zien niet graag water).
Oligodendrocyten
Maakt de myelineschede rond de axonen in het centraal zenuwstelsel en maakt ook witte stof
Astrocyten
ruimer de rommel van de neuronen op , assistent van de neuron + het bloedvat gaat omgeven zo gaat niet alles wat in de bloedbaan zit zomaar naar de hersenen kan.
Microglia
Een leger dat in de hersenen rondzwerft en die afvalproducten, dode cellen opruimt
Ependymcellen
: Deze bekleden de inwendige holten.
Acetylcholine
wordt door het ruggenmerg gebruikt om de spieren te beheersen. Het wordt in de hersenen gebruikt om het geheugen te reguleren. Bij acetylcholine hebben we twee cholinerge receptoren namelijk nicotine receptoren, deze werken als een agonist. Muscarine receptoren zetten metabotrope receptoren open. Er zijn vier stoffen die een effect kunnen hebben op de transmissie.