Les 6: Spijsvertering -metabolisme Flashcards
1
Q
Koolhydraten
A
Sachariden
2
Q
Lipiden
A
Vetten
3
Q
Proteïnen
A
Eiwitten
4
Q
Herbivoren
A
Planteneters
5
Q
Omnivoren
A
Alleseters
6
Q
Carnivoren
A
Vleeseters
7
Q
Farynx
A
Mondholte + keelholte
8
Q
Exocriene cellen
A
Kliercellen met enzymatische werking >
9
Q
Oesophagus
A
Slokdarm
10
Q
een peristaltische beweging
A
voortduwende/ knedende bewegingen (bij dunne darm)
11
Q
Peptidasen
A
Afbraak eiwitten
12
Q
Carbohydrasen
A
Afbraak koolhydraten
13
Q
Lipasen
A
Afrbraak vetten
14
Q
Nucleasen
A
Afbraak nucleïnezuren
15
Q
Klieren van Lieberkühn
A
darmsap