Les 5 Flashcards
1
Q
Op het bed is een kussen.
A
على السَّرير وِسادَة.
2
Q
Op het bed is een deken.
A
على السَّرير غَطاء.
3
Q
In de kamer is een klein bedje.
A
في الْغُرْفة سّرير صَغير.
4
Q
Het kind slaapt in het bedje
A
يََنامُ الطِّفْل في السَّرير صَغير.
5
Q
In de kamer is een grote kast.
A
في الْغُرفَة خِزانة كبيرة.
6
Q
In de kast zijn de kleren van de kinderen
A
في الْخزانة ثِياب الأطفال.
7
Q
Aan de rechterkant zijn de kleren van Maryam.
A
على الْيَمين ثِياب مريم.
8
Q
Aan de muur is een spiegel.
A
على الْحائِطِ مِرْآة.
9
Q
De spiegel is groot.
A
الْمِرآة كبيرة.