les 5 Flashcards
1
Q
hoe kan je != schrijven bij de where component
A
!= wordt geschreven als <>
2
Q
hoe gebruik je de where component
A
WHERE clmn_name conditie
+ je kan ook NOT, OR, AND gebruiken
3
Q
welke andere dingen kan je gebruiken bij de where component
A
in
between
like
is null
4
Q
hoe gebruik je ‘(not) in’ bij de where component
A
clmn_name (NOT) IN (…, …, …, …)
is makkelijker dan zoveel OR’s
5
Q
hoe gebruik je de ‘(not) between’ bij de where component
A
clmn_name (NOT) BETWEEN … AND …
6
Q
hoe gebruik je de ‘(not) like’ bij de where component
A
clmn_name (NOT) LIKE
7
Q
hoe gebruik je de ‘is (not) null’ bij de where component
A
clmn_name IS (NOT) NULL