Les 4 Flashcards

1
Q

Art. 1:233 BW

A

minderjarigheid
dit is een natuurlijk persoon tot 18 jaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

uitzondering op minderjarigheid

A

een vrouw van 16 of 17 jaar oud kan meerderjarig worden verklaard als zij zwanger is en de wens heeft om haar kind op te voeden
Art. 1:246ha

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

handelingsonbekwaamheid

A

minderjarigen zijn dit
Art. 1:234 BW

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

wie voert het gezag over een minderjarigen

A

een wettelijke vertegenwoordiger

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

bijzondere curator

A

deze persoon beschermd minderjarigen inzake familieaangelegenheden
Art. 1:212 BW

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

gezag

A

ieder minderjarig persoon moet onder gezag staan van een meerderjarig persoon

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

artikelen voor gezag

A

Art. 1:245 lid 1 jo. Art. 1:246 BW

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

recht op bescherming en begeleiding

A

ouderlijk gezag
en voogdij
lid 2 van de artikelen van gezag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

voogdij

A

gezagsuitoefening door een ander dan een ouder

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

ouderlijk gezag

A

gezamenlijk gezag of gezag door een ouder

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

gezag betrekking

A

persoon die minderjarig is, bewind over het vermogen en vertegenwoordiging van burgerlijke handelingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

ouderlijk gezag

A

omvang hiervan
Art. 1:247 BW

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Art. 1:247 lid 1 BW

A

je hebt het plicht en recht het kind op te voeden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Art. 1:247 lid 2

A

de zorg en verantwoordelijkheid voor het geestelijke en lichamelijke welzijn van het kind, voor veiligheid en ontwikkeling van de persoonlijkheid
geweld is niet mogelijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

het bewind van de ouders
artikel?

A

Art. 1:253i - Art. 1:253m

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

bewind, lid j

A

bij het slecht voeren van bewind kunnen zij aansprakelijk worden gesteld voor schade

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

waar hebben ouders recht op?

A

ouders met gezag hebben recht op de vruchten van het vermogen en dus rente van de spaarrekening van hun kinderen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

het klemcriterium

A

als er vaststaat dat er een onaanvaardbaar risico is dat het kind klem of verloren zou raken tussen de ouders en geen uitzicht heeft op verbetering

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

hoe kunnen ouders zonder een huwelijk/gp gezag krijgen?

A

zij kunnen gezamenlijk gezag verkrijgen door samen een verzoek in te dienen bij een register. Voorwaarde is wel dat zij niet eerder gezag hebben uitgeoefend
griffier kan dit verzoek weigeren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

een geschil over gezag

A

-je kunt de rechter om advies vragen
-die kijkt of de ouders er nog zelf uit kunnen komen of niet
-daarna volgt een specifieke regeling
denk aan verzorgingstaken of verblijfplaats

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

wie heeft er in beginsel gezag?

A

alleen de moeder

22
Q

Art. 1:253c

A

als de vader gezag wil hebben moet hij een verzoek indienen bij de rechtbank

23
Q

Art. 1:253c lid 3

A

de moeder kan het kind alleen opvoeden
maar dit moet wel juist zijn voor het kind

24
Q

een kind overlijdt, wie krijgt het gezag

A

de ouder die nog leeft

25
Q

situatie gezag tussen ouder en niet-ouder

A

vader en moeder krijgen een kind
ze gaan scheiden
moeder voedt met nieuwe vriend het kind op

26
Q

voogdij

A

iedere minderjarige persoon dient onder gezag te staan
Als dit niet zo is, benoemt de rechter een voogd
dit zijn een of twee personen die niet de ouders zijn

27
Q

op welke twee manieren kan een voogd benoemd worden?

A

door de ouder = dit is in geval van overlijden een tante of een vriendin bijvoorbeeld
door de rechter = door de kinderbescherming bijvoorbeeld
de persoon die wordt aangesteld moet de voogdij wel aanvaarden

28
Q

Art. 1:336 BW

A

de taak van een voogd

29
Q

Art. 1:337 BW

A

bewind en vermogen
-een voogd moet het bewind als een goed voogd voeren
-bij slecht bewind spreken we van schade
-voogdij kan worden beëindigd, op verzoek van de voogd of derden
-ook bij een nieuwe voogd of ouders weer relevant

30
Q

omgang en informatie

A

het kind heeft recht op omgang met zijn ouders en de personen die daarmee in betrekking staan

31
Q

waar heeft de niet-ouder recht op?

A

recht op informatie en vermogen kenbaar maken
Art. 1:377c lid 1 en 2 BW

32
Q

Art. 1:292 BW

A

testamentaire voogdij

33
Q

Art. 1:299 BW

A

benoeming op verzoek of ambtshalve

34
Q

hoe kan een minderjarige vrouw toch gezag krijgen over een kind?

A

zij moet de leeftijd van 16 jaar hebben bereikt
Art. 1:253ha lid 1 BW
meerderjarig verklaard
kan ook op verzoek van de kinderbescherming

35
Q

3 maatregelen als de gezondheid van het kind achteruit gaat;

A

1.het kind kan onder toezicht t worden gesteld = Art. 1:255 BW
2. het kind kan uit huis geplaatst worden = Art. 1:265a BW
3.het gezag van de ouders kan worden beëindigd = Art. 1:266 BW

36
Q

welke mensen hebben recht op omgang met het kind

A

Art. 1:377a lid 1 BW
ouders en alle mensen in persoonlijke betrekking
Art. 8 EVRM

37
Q

waar staat de omgangsregeling?

A

Art. 1:377a lid 2 BW

38
Q

omgang wijzigen
waar staat dat?

A

Art. 1:377e BW

39
Q

rechts ingang voor het kind

A

Art. 1:377g
het kind kan nu de rechter zelf vragen hier een uitspraak over te doen

40
Q

ontzeggingsgronden voor het kind

A

Art. 1:377a lid 3 BW

41
Q

wat gebeurt er automatisch als de ouders hun kind hebben erkend?

A

zij krijgen het gezag

42
Q

wat zijn de twee soorten van gezag

A

voogdij
en ouderlijk gezag

43
Q

aandachtspunten ouderlijk gezag
eerste 5

A

-omvang gezag = Art. 1:245 lid 3 BW, persoon vermogen en vertegenwoordiging
-Uitgangspunt wetgever is gezamenlijk ouderlijk gezag
-eenhoofdig gezag bij de moeder = Art. 1:253b
-gezamenlijk ouderlijk gezag heeft primaat, Art. 1:253y BW
-alleen de rechter kan het gezag beëindigen als je hiermee belast bent = Art. 1:251a BW

44
Q

aandachtspunten ouderlijk gezag
de laatste 4

A

-onderscheid verkrijgen en uitoefening van gezag = Art. 1:253a BW, veel conflicten en regelingen voor zorg of omgang
-vrijheid voor de uitoefening zoals uithuisplaatsing = Art. 1:253s BW
-de meerderjarigverklaring voor moeders van 16 en 17 jaar art ha
-ouderlijk vruchtgenot zoals rente op een spaarrekening van het eigen kind

45
Q

artikel voor omgang

A

Art. 1:377a BW
bijna iedereen in de naaste omgeving van het kind heeft het recht hierop

46
Q

bekende en onbekende donor

A

bij een bekende donor = ouders erkennen
onbekende donor = worden ze automatisch ouders door een gp of huwelijk

47
Q

wat betekent van rechtswege?

A

automatisch, vanzelf

48
Q

Art. 1:253 sa BW

A

een ouder kan het gezag krijgen als hij/zij het kind niet erkent heeft

49
Q

De kinderbeschermingsmaatregelen

A

deze maatregelen zijn ervoor om het ouderlijk gezag te beperken

50
Q

De kinderbeschermingsmaatregelen
het rijtje

A

1.OTS = onder toezicht plaatsten, Art. 1:255 BW, een ernstige bedreiging of achterstand van het kind, vaak tijdelijk

2.Uhp = uithuisplaatsing, Art. 1:265a BW

3.Uhp/gesloten jeugdzorg = Art. 1:265b BW

4.GBMR = Art. 1:266 BW, beëindiging van het ouderlijk gezag, geen mogelijk voor een termijn van rol van de ouders, afgepakt

51
Q

omgangsrecht

A

Art. 1:377a lid 1 BW
ouders en personen in familierechtelijke betrekkingen

52
Q

Art. 1:377e lid 1 BW

A

het wijzigen van de omgangsregeling
voorwaarde = gewijzigde omstandigheden of onjuiste gegevens