Les 33 Laat haar maar schuiven Flashcards

1
Q

() we de klok met z’n allen weer terug?

A

Draaien we de klok met z’n allen weer terug?
Shall we all turn back the clock?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Bart houdt voet bij ().

A

Bart houdt voet bij stuk.
Bart stands his ground.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Van een persoonlijke () is geen () .

A

Van een persoonlijke benadering is geen sprake.
There is no personal approach.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

‘Zo’n ()?

A

‘Zo’n inrichting?
‘such a device

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

en toen is ze snel ().

A

en toen is ze snel omgekeerd.
and then she quickly turned around.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Na verloop van tijd drong haar () tot haar door,

A

Na verloop van tijd drong haar vergissing tot haar door,
In time her mistake dawned on her,

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Na () van tijd drong haar vergissing tot haar door,
In time her mistake dawned on her,

A

Na verloop van tijd drong haar vergissing tot haar door,
In time her mistake dawned on her,

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Na verloop van tijd () haar vergissing tot haar door,

A

Na verloop van tijd drong haar vergissing tot haar door,
In time her mistake dawned on her,

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

() dat ze was,

A

Kwaad dat ze was,
Angry that she was

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Laatst () ze zich in de ().

A

Laatst vergiste ze zich in de voordeur.
The other day she made a mistake about the front door.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Laat haar maar ()!

A

Laat haar maar schuiven!
Just let her slide!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

is () moe,

A

is gauw moe,
gets tired easily,

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Maar Bart blijft ().

A

Maar Bart blijft opgewekt.
But Bart remains cheerful.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly