les 3 Flashcards
lokaal
verwijst naar het plaatselijke
regionaal
verwijst naar de regio
nationaal
verwijst naar de staat of het land
cotinentaal
verwjst naar het wereld deel
glabaal
verwijst naar de wereld
ruimte
lokaal, regionaal, nationaal, continentaal, en globaal
stedelijke ruimte
de stad
rurale ruimte
het platteland
open ruimte
een open landschap of een open samenleving
gesloten ruimte
een gesloten landschap of gesloten samenleving
continentale ruimte
landinwaart, niet gericht op de zee
maritieme ruimte
in of aan zee
domein politiek
bestuur en grondgebied
domein sociaal
verschillende bevolkingsgroepen
armoede en rijkdom
domein economisch
hoe voorziet de mens in zijn levensonderhoud
domein cultureel
het streve naar wijsheid en schoonheid
godsdienst, tradities en gewoonten
een bron moet je, in functie van de historische vraag die je stelyt beoordelen op
-bruikbaarheid
-representativiteit
-betrouwbaarheid
De betrouwbaarheid van bronnen is afhankelijk van
-de maker
-het doelpubliek
-de functie of bedoeling van e bron
De kennis die we hebben van het verleden is bapaald door
-de beschikbaarheid van bronnen
-de interpretatie die we aan de bronnen geven