les 3 Flashcards
ruis, waarnemen, interpreteren
1
Q
ruis
A
verstoorde communicatie
2
Q
interne ruis
A
communicatie wordt verstoord door factoren BINNEN het communicatieproces. bijvoorbeeld: trek hebben en het rammelen van je buik.
3
Q
externe ruis
A
communicatie wordt verstoord door factoren BUITEN het communicatieproces. bijvoorbeeld: lawaai van het verkeer.
4
Q
hoe voorkomen ruis?
A
checken of boodschap duidelijk is overgekomen.
juiste communicatiemiddel gebruiken
zo min mogelijk een oordeel van iemand hebben.
5
Q
waarnemen
A
met je zintuigen informatie opnemen. bijvoorbeeld: zien, horen, proeven, voelen, ruiken
6
Q
interpretatie
A
je persoonlijke oordeel of invulling van die waarneming
7
Q
selectieve waarneming
A
maar een deel van de werkelijkheid waarnemen