Les 2: Uitgebreide Basiswoordenschat En Eenvoudige Gesprekken Flashcards
Vader (Duits)
Vater
Vader (Frans)
Père
Vader (Hongaars)
Apa
Vader (Italiaans)
Padre
Vader (Litouws)
Tėvas
Vader (Pools)
Ojciec
Vader (Russisch)
Отец
Vader (Servisch)
Отас
Vader (Spaans)
Padre
Moeder (Duits)
Mutter
Moeder (Frans)
Mère
Moeder (Hongaars)
Anya
Moeder (Italiaans)
Madre
Moeder (Litouws)
Motina
Moeder (Pools)
Matka
Moeder (Russisch)
Мать
Moeder (Servisch)
Majka
Moeder (Spaans)
Madre
Broer (Duits)
Bruder
Broer (Frans)
Frère
Broer (Hongaars)
Fivér
Broer (Italiaans)
Fratello
Broer (Litouws)
Brolis
Broer (Pools)
Brat
Broer (Russisch)
Брат
Broer (Servisch)
Brat
Broer (Spaans)
Hermano
Zus (Duits)
Schwester
Zus (Frans)
Sœur
Zus (Hongaars)
Nővér
Zus (Italiaans)
Sorella
Zus (Litouws)
Sesuo
Zus (Pools)
Siostra
Zus (Russisch)
Сестра
Zus (Servisch)
сестра
Zus (Spaans)
Hermana
Vriend (Duits)
Freund
Vriend (Frans)
Ami
Vriend (Hongaars)
Barát
Vriend (Italiaans)
Amico
Vriend (Litouws)
Draugas
Vriend (Pools)
Przyjaciel
Vriend (Russisch)
Друг
Vriend (Servisch)
Пријатељ
Vriend (Spaans)
Amigo
Vriendin (Duits)
Freundin
Vriendin (Frans)
Amie
Vriendin (Hongaars)
Barátnő
Vriendin (Italiaans)
Amica
Vriendin (Litouws)
Draugė
Vriendin (Pools)
Przyjaciółka
Vriendin (Russisch)
Подруга
Vriendin (Servisch)
Пријатељца
Vriendin (Spaans)
Amiga
Maandag (Duits)
Montag
Maandag (Frans)
Lundi
Maandag (Hongaars)
Hétfő
Maandag (Italiaans)
Lunedì
Maandag (Litouws)
Pirmadienis
Maandag (Pools)
Poniedziałek
Maandag (Russisch)
Понедельник
Maandag (Servisch)
Понедељак
Maandag (Spaans)
Lunes
Dinsdag (Duits)
Dienstag
Dinsdag (Frans)
Mardi
Dinsdag (Hongaars)
Kedd
Dinsdag (Italiaans)
Martedì
Dinsdag (Litouws)
Antradienis
Dinsdag (Pools)
Wtorek
Dinsdag (Russisch)
Вторник
Dinsdag (Servisch)
Уторак
Dinsdag (Spaans)
Martes
Woensdag (Duits)
Mittwoch
Woensdag (Frans)
Mercredi
Woensdag (Hongaars)
Szerda
Woensdag (Italiaans)
Mercoledì
Woensdag (Litouws)
Trečiadienis
Woensdag (Pools)
Środa
Woensdag (Russisch)
Среда
Woensdag (Servisch)
Среда
Woensdag (Spaans)
Miércoles
Donderdag (Duits)
Donnerstag
Donderdag (Frans)
Jeudi
Donderdag (Hongaars)
Csütörtök
Donderdag (Italiaans)
Giovedì
Donderdag (Litouws)
Ketvirtadienis
Donderdag (Pools)
Czwartek
Donderdag (Russisch)
Четверг
Donderdag (Servisch)
Четвртак
Donderdag (Spaans)
Jueves
Vrijdag (Duits)
Freitag
Vrijdag (Frans)
Vendredi
Vrijdag (Hongaars)
Péntek
Vrijdag (Italiaans)
Venerdì
Vrijdag (Litouws)
Penktadienis
Vrijdag (Pools)
Piątek
Vrijdag (Russisch)
Пятница
Vrijdag (Servisch)
Петак
Vrijdag (Spaans)
Viernes
Zaterdag (Duits)
Samstag
Zaterdag (Frans)
Samedi
Zaterdag (Hongaars)
Szombat
Zaterdag (Italiaans)
Sabato
Zaterdag (Litouws)
Šeštadienis
Zaterdag (Pools)
Sobota
Zaterdag (Russisch)
Суббота
Zaterdag (Servisch)
Субота
Zaterdag (Spaans)
Sábado