Les 2: type eters & spijsverteringsstelsels Flashcards
1
Q
Welke type eters zijn er?
A
herbivoren, carnivoren, omnivoren
2
Q
Welke dieren vallen onder carnivoren?
A
hondachtigen, katachtigen en roofvogels
3
Q
Wat betekent carnivoor?
A
vleeseter
4
Q
Wat betekent omnivoor?
A
alleseter
5
Q
Wat betekent herbivoor?
A
planteneter
6
Q
Kiezen herbivoor
A
plooikiezen
7
Q
Kiezen omnivoor
A
knobbelkiezen
8
Q
Kiezen vleeseters
A
knipkiezen
9
Q
Welke tandformules zijn er?
A
incisivi, canini, premolaren, molaren
10
Q
Benaming snijtanden
A
incisivi
11
Q
Benaming hoektanden
A
canini
12
Q
Benaming valse kiezen
A
premolaren
13
Q
Benaming echte kiezen
A
molaren
14
Q
Welke snaveltypes zijn er?
A
kegel, kromme, pincet, zeef, haak, priem
15
Q
Snavel zaadeters
A
kegelsnavel