Les 2 - deel 2: Phylum Porifera (sponzen)

Question 1

Semi-permeable celwand

Answer 1

Sommige stoffen kunnen het membraan doordringen, anderen niet. Wordt geregeld door speciale membraaneiwitten.

Question 2

Radiale symmetrie

Answer 2

Organismen hebben meerdere symmetrie-assen en zijn daardoor te vergelijken met een taart, waarbij elke taartpunt hetzelfde is.

Question 3

Ectoderm

Answer 3

Buitenste kiemlaag van een emybro –> vormt later de buitenzijde van het organisme

Question 4

Endoderm

Answer 4

Binnenste kiemlaag van een embyro –> vormt later binnenbekleding van organsime vb. spijsverteringskanaal, adamhalingsbuis, lever, …

Question 5

Morula

Answer 5

Vroege ontwikkelingsfase van emybro bij dieren. Massieve bal van ongeveer 10-30 cellen.

Question 6

Blastula

Answer 6

Holle bal bestaande uit +/- honderden cellen bij dierenemybro.

Question 7

Gastrula

Answer 7

Specifiek ontwikkelingsstadium van emybro bij dieren. Twee of drie kiemlagen zijn aanwezig.

Question 8

Cnidaria

Answer 8

Synoniem voor neteldieren

Question 9

Medusevorm

Answer 9

Vrij rondzwemmend organisme

Question 10

Poliepvorm

Answer 10

Vastzittend organisme

Question 11

Zygote

Answer 11

Bevruchte eicel

Question 12

Planula

Answer 12

Vrijzwemmend of kruipend larventype vaak voorkomend bij veel soorten van de Cnidaria.

Question 13

Fotoreceptor

Answer 13

Lichtgevoelige cel