Les 10 Flashcards
1
Q
Cena
A
Avondeten, maaltijd
2
Q
Romae
A
In Rome
3
Q
Laborare
A
(Hard) werken, Lijden
4
Q
Imponere
A
Zetten, leggen in/ op, opleggen
4
Q
Labor, -oris m
A
Werk
5
Q
Addere
A
Toevoegen
6
Q
Liber
A
Vrij
7
Q
Puella
A
Meisje
8
Q
Dignus (+ abl)
A
Waard(ig), Passend
9
Q
Neque …. Neque
A
Niet … En ook niet
Noch … Noch
10
Q
Gallus
A
Galliër, Gallisch
11
Q
Barbarus
A
Barbaars, barbaar
11
Q
Quondam
A
Eens, ooit
12
Q
Mos, moris m
A
Gewoonte, gebruik
13
Q
Errare
A
Rondzwerven, zich vergissen