Les 10 Flashcards
Cena
Avondeten, maaltijd
Romae
In Rome
Laborare
(Hard) werken, Lijden
Imponere
Zetten, leggen in/ op, opleggen
Labor, -oris m
Werk
Addere
Toevoegen
Liber
Vrij
Puella
Meisje
Dignus (+ abl)
Waard(ig), Passend
Neque …. Neque
Niet … En ook niet
Noch … Noch
Gallus
Galliër, Gallisch
Barbarus
Barbaars, barbaar
Quondam
Eens, ooit
Mos, moris m
Gewoonte, gebruik
Errare
Rondzwerven, zich vergissen
Humanitas, -atis v
Menselijkheid, hogere beschaving
Carere +abl
Niet hebben
missen
vrij zijn van
Magnus
Groot, belangrijk
Nemo (dat / acc)
Niemand
dat = nemini
acc = neminem
Publicus
Openbaar
Privatus
Persoonlijk, particulier
Statuere
Plaatsen, bouwen
beslissen, besluiten
Rex, regis m
Koning
Sacrificare
Offeren
Humanus
Menselijk
Dicere
Zeggen, spreken, noemen
Romanus
Romein, Romeins
Adhuc
Tot nu toe, nog (steeds)
Putare
Menen, geloven, beschouwen als
Mutare
Veranderen
Cogitare
Denken (aan), nadenken
Van plan zijn