Les 1, Tekst 1 Flashcards
1
Q
Goedemorgen
A
Buenos días
2
Q
Goedemiddag
A
Buenas tardes
3
Q
Goedenavond / Goedenacht / Welterusten
A
Buenas noches
4
Q
Hallo / Hoi
A
Hola
5
Q
Aangenaam (man)
A
Encantado
6
Q
Aangenaam (vrouw)
A
Encantada
7
Q
Hoe gaat het met u?
A
¿Cómo está (usted)?
8
Q
Goed, dank u
A
Bien, gracias
9
Q
Ik ben…
A
Soy…
10
Q
Mijn naam is…
A
Mi nombre es…
11
Q
Ik heet…
A
Me llamo…
12
Q
Hoe heet u?
A
¿Cómo se llama (usted)?
13
Q
Hoe heet jij?
A
¿Cómo te llamas?
14
Q
Ik kom uit Madrid
A
Soy de Madrid
15
Q
Hij / zij komt uit Amsterdam
A
Es de Amsterdam