Les 1 Historische inleiding en situering Flashcards

1
Q

Wat is neuropsychologie en wat doet de neuropsycholoog?

A
  • Neuropsychologie is de discipline die de relatie tussen hersenen en gedrag bestudeert.
  • De neuropsycholoog is meestal werkzaam in de GGZ en houdt zich bezig met de behandeling en diagnostiek van patiënten met een hersenaandoening (neurodegeneratieve aandoeningen, aangeboren aandoeningen, niet-aangeboren aandoeningen, psychiatrische patiënten, …). Als neuropsycholoog sta je vaak ook in voor de begeleiding van de patiënt en zijn/haar familie.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Veel inzichten in de neuropsychologie komen uit onderzoek op laesiepatiënten. Wat weet je hierover?

A
  • Vb. Phineas Gage’s persoonlijkheid veranderde na een laesie in zijn frontale kwab. Hij werd onder andere heel impulsief. Impulsiviteit werd daardoor geassocieerd met de frontale kwab.
  • Bij een laesie zien we vaak dat andere delen van de hersenen die functies gaan overnemen. Het brein is dus erg plastisch.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Er is een dubbele relatie tussen gedrag en cognitie, Leg uit.

A

De cognitie (hersenen) heeft een invloed op het gedrag. Maar het gedrag heeft ook een invloed op de cognitie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat weet je over de neuropsychologie als wetenschapsgebied?

A

Het tracht een oplossing te vinden op theoretische vraagstukken. Vb lokalisatievraagstuk: waar in de hersenen zit het deeltje dat specifiek verantwoordelijk is voor eg. slaap?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat weet je over de neuropsychologie als klinische toepassing?

A

Het tracht het cognitief functioneren op een systematische manier te onderzoeken en beschrijven door middel van testinstrumentarium. Buiten het testmateriaal zijn ook gedragsobservaties erg belangrijk!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat weet je over de neuropsychologie in de Oudheid?

A

Vreemd gedrag werd gezien als een boze geest in de hersenen van die persoon. Als behandeling deden ze schedelboringen (craniotomie) zodat de boze geest kon ontsnappen –> magische kijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat weet je over de neuropsychologie in het Oude Egypte?

A

Zij waren de eerste om op een wetenschappelijke manier de hersenen te onderzoeken. Ebers Papyrus bevatte 48 medische casussen (over incontinentie, hoofdtraumata, …) waarvan de eerste 8 aan de hersenen gerelateerd waren.
Hart = seat of the soul

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat weet je over de neuropsychologie in de Arabische wereld?

A

Tussen de Tigris en de Eufraat was de geneeskunde een wettelijk beschermd beroep. Men vermoedt dat daar al op een heel wetenschappelijke manier aan geneeskunde werd gedaan MAAR er is geen beschikbare info overgebleven.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

De Grieken en Romeinen onderscheidden 3 zielen. Welke?

A
  • Ziel om te overleven via voedselopname (cfr. planten)
  • Ziel om te kunnen interageren met de omgeving (cfr. dieren)
  • Ziel om het onderscheid tussen goed en kwaad te maken (= hogere ordeziel) (cfr. mensen). Deze onderscheidt de mensen van de dieren.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat weet je over Aristoteles’ visie? (Grieks)

A
  • Cardiocentric view: hart is het belangrijkste orgaan en seat of the soul.
  • persoonlijkheid en karakter zijn belangrijk
  • fysiognomie = de vorm van het het gelaat of lichaam is een representatie van het karakter (cfr. gezellige dikkerd)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat weet je over Hippocrates’ visie? (Grieks)

A
  • Cephalocentric view: het brein controleert alle waarnemingen en geven sturing aan het gedrag + is seat of the soul.
  • Menselijk lichaam bestaat uit 4 soorten sappen (slijm, bloed, gele gal en zwarte gal), die de fysieke en mentale toestand van de persoon bepalen door het al dan niet in balans zijn van elk van deze sappen.
  • Onbalans zorgt voor psychiatrische stoornis, wat verholpen kan worden door een dieet.
  • Teveel slijm (flegma) = kalm
  • Teveel bloed (sanguine) = optimistisch, gepassioneerd
  • Teveel gele gal (cholerisch) = prikkelbaar en opvliegend
  • Teveel zwarte gal (melancholie) = melancholisch, depressief
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat weet je over Galenus’ visie? (Romeins)

A
  • Het brein is het reservoir van pnuema (vocht ~ animal spirits). Pneuma zit in de ventrikels die via buizen (zenuwen) naar de spieren gaan. De 4 lichaamssappen zijn verbonden met de 4 natuurelementen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat weet je over de celtheorie/ ventriculaire lokalisatie hypothese?

A
  • Seat of the soul = in de ventrikels in de hersenen (3 cellen/ventrikels). De verschillende functies van de geest zitten in die verschillende ventrikels. Deze 3 cellen legden de grondslag van de cognitieve psychologie
  • Eerste cel (sensus communis): info komt binnen vanuit verschillende zintuigen en wordt geïntegreerd ~sensorisch geheugen
  • Tweede cel (cogitatie en estimatie): de binnenkomende info/ het beeld wordt geïnterpreteerd ~KTG
  • Derde cel (memoria): het beeld + de betekenis ervan wordt opgeslagen ~LTG
  • Het is een algemeen systeem van informatieverwerking dat bij iedereen op dezelfde manier werkt –> geen individuele verschillen!
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat weet je over de neuropsychologie in de Renaissance?

A
  • Nadruk op kritisch en zelfstandig denken en observeren. Nauwkeurig observeren als wetenschappelijke methode ipv aannemen van dogma’s.
  • Afzetten tegen het werk van Galenus en zijn ‘bijbel’
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Waar zit de geest volgens Descartes?

A

Res cogitans zit in de epifyse/pijnappelklier (hersenen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat weet je over Gall’s visie?

A
  • De geest zit aan de buitenkant van de hersenen (cortex)
  • alle psychologische functies zijn aangeboren en worden uitgevoerd door aparte organen (tegenstelling celtheorie)
  • Functies zitten in de cortex
  • Mensen verschillen van elkaar door een verschil in aanleg voor functies (taal, rekenen, muziek, …)
  • Functies waar men beter in is zijn groter en beter georganiseerd
  • Functies zitten bij iedereen op dezelfde plaats (cortical mapping)
  • grondlegger van cortical mapping en clinico-anatomische methode (werkwijze om lokalisatie-ideeën te toetsen)
17
Q

Wat is de equipotentietheorie en waarvan is het een tegenhanger?

A
  • Equipotentietheorie gaat over de plasticiteit en holisme van de hersenen. Bij laesies in bepaalde gebieden kunnen andere gebieden de functies van de beschadigde hersenstructuren deels overnemen.
  • Het zet zich af tegen het idee van lokalisatie van Gall
18
Q

Wat is de Working Brain?

A

Idee van Luria
Doorheen de ontwikkeling is er een ontwikkeling van 3 corticale zones die op elkaar worden gevormd.
- Primair: regulatie van waakzaamheid en aandacht (~cerebellum)
- Secundair: cognitieve informatieverwerking
- Tertiair: organisatie van gedrag (~frontale kwab)

19
Q

Er zijn 4 belangrijke concepten binnen de hedendaagse neuropsychologie. Welke en leg uit?

A
  • Syndroom: samenspel van symptomen die een probabilistische relatie hebben met een diagnose
  • Hersenen zijn een functioneel systeem. Ze hebben een anatomische basis in een aantal hersenstructuren die op een bepaalde wijze samenwerken via verbindingsbanen.
  • Dubbele dissociatie: Patiënt X is goed in taak A en het heeft uitval op taak B. Patiënt Y is goed in taak B en heeft uitval in taak A –> meer bewijskracht dat een bepaald deeltje instaat voor een bepaalde functie
  • Disconnectie syndroom: wordt veroorzaakt door een letsel in verbindingsbanen (binnen 1 hemisfeer of tussen de twee hemisferen)