Les 1 - A&F - 1.1 Flashcards

1
Q

Welke basale functies van levende organismen zijn er?

A
  • Reactievermogen
  • Groei
  • Voortplanting
  • Beweging
  • stofwisseling
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Beschrijf de basale functie reactievermogen

A

organismen reageren op veranderingen in hun omgeving
(prikkelbaarheid), bijv. terugtrekken van de hand bij een hete kachel. Organismen
veranderen ook door zich aan te passen aan hun omgeving

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Beschrijf de basale functie Groei

A

Organismen nemen in omvang toe door deling van cellen. Differentiatie is het specialiseren van afzonderlijke cellen zodat ze bepaalde functies kunnen vervullen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Beschrijf de basale functie Voortplanting

A

Organismen brengen nieuwe generaties van de zelfde soort voort

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Beschrijf de basale functie Beweging

A

Organismen zijn in staat tot beweging, zowel intern (transport van voedingsstoffen, bloed of andere stoffen) of uitwendig (voortbewegen in de omgeving)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Beschrijf de basale functie Stofwisseling

A

Organismen zijn afhankelijk van complexe chemische reacties om energie te leveren. Onder stofwisseling (metabolisme) verstaan we alle chemische reacties in het lichaam. De opname, het vervoer en verbruik van zuurstof wordt respiratie genoemd. Bij stofwisseling ontstaan ook afvalstoffen die via het proces van uitscheiding (excretie) uit het lichaam worden verwijderd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly