les 1 Flashcards
1
Q
carniaal
A
richting het hoofd (schedel) (romp)
2
Q
caudaal
A
richting de voeten- staart (romp)
3
Q
alkalose
A
hoge Ph waarde
4
Q
acidose
A
lage pH waarde
5
Q
homeostase
A
interne milieu dat in evenwicht is
6
Q
pancreatitis
A
ontsteking aan de alvleesklier
7
Q
transdermaal
A
geneesmiddel wordt op de huis aangebracht maar de huid is niet het doel
8
Q
vasconstrictie
A
vernauwing van slagader
9
Q
vasdilatatie
A
verwijding van bloedvaten
10
Q
neuroloog
A
gespecialiseerd in de hersenen
11
Q
gastroscopie
A
kijken in de maag
12
Q
pneumothorax
A
klaplong
13
Q
sublinguaal
A
onder te tong (tabletten)
14
Q
hysterectomie
A
verwijderen van de baarmoeder
15
Q
diagframa
A
middenrif