Lektion 2 Flashcards
1
Q
Bis
A
Tot
2
Q
Ein bisschen
A
Een beetje
3
Q
Der nachname
A
De achternaam
4
Q
Ohne
A
Zonder
5
Q
Schon
A
Al
6
Q
Seit
A
Sinds
7
Q
Üben
A
Oefenen
8
Q
Der Vorname
A
De voornaam
9
Q
Weil
A
Omdat
10
Q
Zuerst
A
Eerst