lektion 1 kapital 5 Flashcards
1
Q
der Alltag
A
het dagenlijks leven
2
Q
bisher
A
tot nu toe
3
Q
fördern
A
steunen, vooruithelpen
4
Q
gleichzeitig
A
tegelijkertijd
5
Q
irgendein
A
een of ander
6
Q
staunen
A
zichverbaren
7
Q
traurig
A
verdrietig
8
Q
du Umzug
A
de verhuizing
9
Q
unterstützen
A
ondersteunen
10
Q
sich verstehen mit
A
overweg kunnen met
11
Q
von zu Hause ausziehen
A
opzichzelf gaan wonen
12
Q
das Zeugnis
A
het rapport