Leerdoelen Flashcards

1
Q

Hoe is het zonnestelsel opgebouwd?

A

De aarde is deel van 8 planeten die om de zon draaien.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Hoe is het zonnestelsel opgebouwd?

A

De aarde is deel van 8 planeten die om de zon draaien.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Welke planeten bestaan uit gas?

A

De buiten planeten.
- Jupiter
- Saturnus
- Uranus
- Neptunus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Welke planeten bestaan uit steen?

A

De binnenplaneten
- Mercurius
- Venus
- de aarde
- mars

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

De zon zorgt voor?

A

Licht &
Warmte op aarde
Door de zon is er leven mogelijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

De zon zorgt voor?

A

Licht &
Warmte op aarde
Door de zon is er leven mogelijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hoe wordt de ouderdom van de aarde gemeten?

A

De aarde wordt 4,6 miljard jaar oud geschat.
De tijd staat aangegeven op de geologische tijdschaal.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hoe wordt de ouderdom van de aarde gemeten?

A

De aarde wordt 4,6 miljard jaar oud geschat.
De tijd staat aangegeven op de geologische tijdschaal.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

De tijdschaal is verdeeld in?

A
  • periode
  • tijdvakken
  • tijdperken
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

De tijdschaal is verdeeld in?

A
  • periode
  • tijdvakken
  • tijdperken
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

De tijdschaal is gekoppeld aan?

A

De gesteente lagen die ontstaan zijn in die tijd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Hoe werdt het ouderdom vroeger vastgesteld?

A

Door middel van planten en dieren die als fossielen te vinden zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat kon er door fossielen

A

Door fossielen konden de juiste volgorde van het ontstaan van de gesteente lagen bepaald worden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Hoe heet de geologische tijdschaal op basis van fossielen

A

De relatieve tijdschaal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Hoe werdt ouderdom later bepaald?

A

Door radio actief verval

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Hoe heet de geologische tijdschaal op basis van radio actief verval?

A

Absolute tijdschaal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Hoe is de aarde opgebouwd?

A

Opbouw op basis van samenstelling:
Kern, mantel en aardkorst.

Opbouw op basis van viscositeit:
Hoe vloeibaar een laag is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

De kern:

A

Binnenste laag van de aarde.
Bestaat uit: nikkel en ijzer
Temp van: 4,700
Binnenkern Vast door hoge druk
Buitenkern vloeibaar door lagere druk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

De mantel:

A

Laag om de kern
Bestaat uit: zuurstof, silicium, magnesium. IJzer
Bovenste 2 delen van mantel: asthenosfeer en lithosfeer.
Beide delen plastisch

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

De aardkorst:

A

Afgekoelde buitenste deel van de mantel
Bestaat uit: zuurstof, silicium, aluminium, ijzer, magnesium

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Oceanische korst

A

Veel basalt, massa van 3.
Zwaarder dan continentaal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Continentale korst

A

Veel graniet, massa van 2.8

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Wat is de actualiteiten principe,

A

Vroeger werd de door wetenschappers geloofd in de catastrofe theorie:: geologen dachten dat veranderding op aarde plotseling op rampzalige wijze tot stand kwam.

Later werd het de actualiteitsprincipe: oftewel het besef dat processen die in het heden plaats vinden ook in het verleden moeten zijn gebeurd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Hoe ontwikkelde zich de bewijzen voor het bewegen van aardplaten?

A
  • In 1912 kwam Alfred Wegener met nieuwe aanwijzingen.
    Super continent Pangea
  • eerst werd het niet geloofd omdat niemand de drijvende kracht wist
  • na uitvinding van compas en de eigenschappen van ijzer kwamen er feiten naar boven.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Q

Wat constateerde Alfred in 1912

A
  • fossielen van dieren werden gevonden in continenten die gescheiden waren door zee terwijl ze niet konden zwemmen
  • hij vond sporen van ijskappen, in Afrika, zuid Amerika en Australië. Maar daar kwamen tropische moerassen voor dus het was niet mogelijk dat daar ijs lag.
  • hij ontdekte dat continenten in elkaar paste als super continent
  • volgens hem waren continenten eilanden van relatief lichter gesteente die dreven
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
26
Q

Hoe werkt de aanndrijving van platentektoniek?

A

Platentektoniek: de processen waarbij platen ontstaat verdwijnen en bewegen

Lithosfeer bestaat uit 7 grote en kleine platen.

Platentektoniek wordt aangedreven door 3 krachten:

  • convectie stromen: kringlopen van magma in dr mantel, die ontstaan omdat warmte een weg zoekt naar aardoppervlak en weer daalt als het afkoelt
  • ridge push: bij mid oceanische ruggen waar nieuwe oceanische korst wordt gevormd door opwelling van magma worden platen uit elkaar gedrukt. Dit komt omdat heet materiaal een bergketen vormt waardoor platen rustig vanaf glijden.
  • subductie: als een oude afgekoelde plaat zo zwaar is dat die naar beneden zakt. Dit is slab pull.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
27
Q

Hoe werkt de aanndrijving van platentektoniek?

A

Platentektoniek: de processen waarbij platen ontstaat verdwijnen en bewegen

Lithosfeer bestaat uit 7 grote en kleine platen.

Platentektoniek wordt aangedreven door 3 krachten:

  • convectie stromen: kringlopen van magma in dr mantel, die ontstaan omdat warmte een weg zoekt naar aardoppervlak en weer daalt als het afkoelt
  • ridge push: bij mid oceanische ruggen waar nieuwe oceanische korst wordt gevormd door opwelling van magma worden platen uit elkaar gedrukt. Dit komt omdat heet materiaal een bergketen vormt waardoor platen rustig vanaf glijden.
  • subductie: als een oude afgekoelde plaat zo zwaar is dat die naar beneden zakt. Dit is slab pull.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
28
Q

Invloed ridge push en slab pull

A

Invloed van ridge push is minder groot dan slab pull

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
29
Q

3 plaatbewegingen

A

Convergente plaatbeweging
Divergente plaatbeweging
Transformer plaat beweging

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
30
Q

Convergent

A

Tegen elkaar aan -><- botsen.

Verschijnselen:
-troggen
- gebergte vorming
- vulkanisme
Als 2 oceanische platen botsen zal de zwaarste / oudste plaat onder de ander duiken hierdoor ontstaat compressie en plooiings gebergte.

Magma: hoge viscositeit + hoge hoeveelheid gas, explosieve erupties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
31
Q

Divergente

A

<> van elkaar af

Verschijnselen:
- riftvallei / rifstschouders
- langs randen schuiven gedeelte van de aardkorst langs schuin lopende breukvlakken naar beneden. -> hoge blokken ontstaan (horsten) en lage blokken (slenken)

Magma: lage viscositeit en is niet explosief -> effusieve erupties.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
32
Q

Divergente

A

<> van elkaar af

Verschijnselen:
- riftvallei / rifstschouders
- langs randen schuiven gedeelte van de aardkorst langs schuin lopende breukvlakken naar beneden. -> hoge blokken ontstaan (horsten) en lage blokken (slenken)

Magma: lage viscositeit en is niet explosief -> effusieve erupties.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
33
Q

Transforme

A

Langs elkaar
Verschijnselen: zware aardbevingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
34
Q

Op welke manier hangen platentektoniek en vulkanisme samen?

A

Actieve vulkanen zijn vooral op de rand van platen omdat magma daar makkelijker door lithosfeer kan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
35
Q

Waarom liggen een klein deel vulkanen op het eind van de plaatgrens?

A

Omdat daar mantel pluimen zijn. Hete pluimen materiaal komen uit de mantel naar boven.
De top van een gesmoltenpluim heet een hotspot

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
36
Q

Wat is het verband tussen Platonic en aardbevingen

A

-Door bewegingen in liters weer bouwen spanningen zich op. Bij het ontstaan van die spanningen ontstaan er seismische trillingen die als aardbeving golven over de aarde gaat.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
37
Q

Hoe heet het punt waarin aardbevingen ontstaan

A

Dat heet het hypocentrum

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
38
Q

Waar zijn trillingen het meest voelbaar?

A

In het epicentrum

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
39
Q

Waarmee wordt de kracht gemeten?

A

Met een magnitude schaal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
40
Q

Waar zijn de meeste aardbevingen?

A

Aan de rand van de plagen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
41
Q

3 soorten vulkanen

A

Schildvulkaan
Stratovulkaan
Caldeira

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
42
Q

Schildvulkaan

A

Herkennen aan: ligt gebogen oppervlak
Lava: bevat bijna geen waterdamp en andere gassen, stroomt ver voordat het stolt.
Viscositeit: laag
Komt voor bij: hotspot en divergente plaatgrens

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
43
Q

Stratovulkaan

A

Gevaarlijkst
Herkennen: kegel vormig
Lava: taai en vloeibaar
Opgebouwd: uit wisselende lagen van lava en vulkanisch as
Komt voor bij: subductie zones
Viscositeit: hoog
Explosief

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
44
Q

Caldeira

A

Ontstaan: als dak van magma kamer instort door grote explosie
Herkennen: krater of krater meer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
45
Q

Hoe ontstaat een tsunami

A

Instaat als in een zeer korte tijd een grote hoeveelheid water verticaal verplaatst.
Gebeurd bijvoorbeeld door aardbeving die in dr korst onder de ocean plaats vind

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
46
Q

Uit welke sferen is het studeren aarde opgebouwd en hoe functioneert het

A

Systeem aarde is opgebouwd uit 4 sferen:
1. Atmosfeer
2. Lithosfeer
3. Hydrosfeer
4. Biosfeer

Sferen kunnen niet zonder elkaar, verandering in de 1 is verandering in de ander

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
47
Q

Atmosfeer:

A

Bestaat uit lucht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
48
Q

Lithosfeer

A

Bestaat uit vast gesteente

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
49
Q

Biosfeer

A

Bestaat uit het leven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
50
Q

Hydrosfeer

A

Bestaat uit water

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
51
Q

Welke groepen gesteente bestaan er?

A

Gesteente is alle vaste stoffen die in de aardkorst en bovenste deel van mantel voorkomen.

Gesteente horen bij gesteente kringloop. (Process van gesteente waarin ze telkens afbreken en omgevormd worden)

3 groepen
1. Stollings gesteente
2. Sedimentgesteente
3. Metamorfose gesteente

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
52
Q

Stollings gesteente

A

Ontstaat door: afkoeling van magma
Vormen: 95% van de aardkorst
Voorbeeld: graniet, basalt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
53
Q

Sediment gesteente

A

Onstaat door: afzetting van materiaal dat wordt aangevoerd door lucht water of ijs.
Aardoppervlak: 1/3 bezet met deze afzetting gesteente
Voorbeeld: kalksteen en zandsteen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
54
Q

Metamorfose gesteente

A

Vormend: doordat stollingsgesteente en sedimentgesteente onder invloed van druk en of verhoogde temperatuur een Metamorfose ondergaan
Voorbeeld: marmer, leisteen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
55
Q

Wat is de hydrologischekringloop?

A

De hydrologischekringloop is een nooit eindigende cyclus van neerslag, verdamping, condensatie, en transport van water.

56
Q

Hoe werkt de hydrologischekringloop?

A
  1. Door hitte van de zon verdampt zeewater - per jaar 30% oceaanwater.
  2. Waterdamp komt in de atmosfeer en wordt door de wind hoger in de dampkring gebracht.
  3. Water koelt af waardoor condensatie plaats vind en er instaat neerslag.
  4. De neerslag infiltreert in de grond, verdampt of stroomt af.
57
Q

Evaporatie

A

Dat is verdamping vanaf open water

58
Q

Transpiratie

A

Is verdamping vanuit huid mondjes van planten

59
Q

Evapotranspiratie

A

Samenvoeging van Evaporatie en transpiratie

60
Q

Door welke processen wordt het aard oppervlak afgevlakt

A
  • verwering: 2 soorten
    1. Mechanische verwering
    2. Chemische verwering
  • erosie
  • sedimentatie
  • het klimaat
  • de aard van het moedergesteente
  • aanwezigheid van dekkende bodemlaag
  • tijd
61
Q

Verwering

A

Het uiteen vallen van gesteente onder invloed van het weer en planten.
Kenmerk: afgebroken gesteente blijft ter plekke liggen

62
Q

Mechanische verwering

A

Verwering zonder dat de scheikundige samenstelling veranderd
Voorbeeld: water in de spleten bevriest en spleten worden breder en brokkelen af

63
Q

Chemische verwering

A

Scheikundige samenstelling verandert wel.
Vooral in warme vochtige gebieden.
Voorbeeld: roest of oplossen van kalksteen door (zuur) grond of regenwater

64
Q

Erosie

A

Het langzaam wegschuiven van gesteente.
Soorten zijn afhankelijk van transporteurs (ijs wind water )

65
Q

Sedimentatie

A

Het verplaatsen van gesteente.

66
Q

Factoren die verwering bepalen

A
  • het klimaat: water en temperatuur schommelingen
  • de aard van het moedergesteente: de snelheid van chemie. Verwering wordt bepaald door de samenstelling van rots
  • aanwezigheid van dekkende bodemlaag: vegetatie soorten klemmen zich vast aan rots, water wordt beter vastgehouden en verwering verloopt sneller
  • tijd: hoe langer gebergte is blootgesteld hoe meer verwering
67
Q

Wat zijn massabewegingen

A

Massabewegingen is als verwering materiaal onder invloed van zwaarte kracht naar beneden glijd.

68
Q

Door welke 3 factoren wordt massabewegingen beïnvloed?

A
  1. Aard van het materiaal: rond materiaal Rolt makkelijker dan hoekig, los materiaal schuift makkelijker dan vast
  2. Steilheid van de helling: hoe steiler hoe makkelijker
  3. Mate waarin het verzadigd is met water.
69
Q

Voorbeelden van massabewegingen

A

-Stukken steen die naar beneden vallen
- steen Lawines
- modderstromen

70
Q

Aardverschuivingen

A

Aardverschuivingen worden veroorzaakt door trillingen

71
Q

Puinhellinh

A

Massa puin bestaand uit kegel vormige afzetting

72
Q

Wat is de samenstelling en opbouw van de atmosfeer

A

De atmosfeer werd gevormd doordat de aarde na het ontstaan ging afkoelen.

De samenstelling: de atmosfeer bestaat uit een mengsel van gassen dat we lucht noemen, de gassen zijn :0.03%co2, 78% n2, 21% o2

De atmosfeer is opgebouwd uit 4 lagen:
1. Troposfeer
2. Stratosfeer
3. Mesosfeer
4. Thermosfeer

73
Q

Troposfeer

A

De onderste laag, hierin speelt het weer zich af.
Kortgolvige straling van zon warmt aardoppervlak op en daardoor zendt aardoppervlak langgolvige stralingen uit en verwarmt de atmosfeer van onder af.

Warmte neemt met hoogte af.

74
Q

Troposfeer

A

De onderste laag, hierin speelt het weer zich af.
Kortgolvige straling van zon warmt aardoppervlak op en daardoor zendt aardoppervlak langgolvige stralingen uit en verwarmt de atmosfeer van onder af.

Warmte neemt met hoogte af.

75
Q

Stratosfeer

A

Bevind zich tussen 15 en 30 km van de ozonlaag. Hier ontstaat invloed van ultraviolette stralingen van de zon het gas ozon.
De ozon laag helpt met het opvangen van voor menselijk schadelijke uitstraling. Hierbij komt warmte vrij.

Temp neemt met hoogte toe.

76
Q

Stratosfeer

A

Bevind zich tussen 15 en 30 km van de ozonlaag. Hier ontstaat invloed van ultraviolette stralingen van de zon het gas ozon.
De ozon laag helpt met het opvangen van voor menselijk schadelijke uitstraling. Hierbij komt warmte vrij.

Temp neemt met hoogte toe.

77
Q

Mesosfeer

A

Hier beginnen de meeste meteorieten te verbranden

78
Q

Thermosfeer

A

Bevat minder dan 1l van de atmosferische gassen.

79
Q

Hoe werkt het natuurlijk broeikas effect?

A

Het natuurlijk broeikaseffect werkt doordat de zon kortgolvige stralingen naar de aarde stuurt, deze energie wordt omgezet in warmte waarvan een klein deel ontsnapt naar de ruimte. Maar de rest wordt door broeikasgassen zoals co2, waterdamp, methaan opgenomen in de atmosfeer

Deze gassen stralen vervolgens warmte terug naar de aarde waardoor temperatuur stijgt.

Dankzij dit effect is leven op aarde mogelijk

80
Q

Waardoor zijn er variaties in instelling van de zon?

A

De hoeveelheid stralingen die een gebied opwarmt is afhankelijk van:
- de breedte ligging
- de albedo (de mate waarin oppervlakte zonne-energie weerkaatst)

Door de bolling van de aarde is het op de evenaar warm en op de polen koud.

Dit komt doordat straling op de evenaar een korte weg door atmosfeer hebben, een klein oppervlakte verwarmen.

En op de polen: lange weg door atmosfeer en een groot oppervlak hebben

81
Q

Hoe kleiner zon invals hoek

A

Hoe schuiner de zonnestralen invallen

82
Q

Albedo

A

Hoe meer zonnestraling wordt weerkaats hoe minder warm oppervlak wordt. dus hoe minder de lucht erboven opwarmt

IJs en sneeuw hebben een grotere Albedo dan asfalt want die reflecteren meer

83
Q

Hoe wordt zonne energie op aarde herverdeeld?

A

Door bolling van aarde is er tussen 35nb en 35 zb een overschot aan energie.
Op hogere breedte is er te kort aan energie.

Dit wordt in evenwicht gebracht doordat lucht en zee stromen energie van de tropen naar de hogere breedte transporteren. Waardoor energie beter verdeeld wordt.

84
Q

Wat is het verschil tussen weer en klimaat?

A

Weer: de toestand van de atmosfeer op een bepaald moment op een bepaalde plaats.
- de temperatuur
- neerslag
- luchtdruk

Klimaat: de gemiddelde toestand van het weer over een periode van 30 jaar en voor een groot gebied.

85
Q

Hoe beïnvloeden temperatuur factoren temperatuur in gebied?

A

Er zijn 5 temperatuur factoren
1. Breedte ligging; hoe verder van de evenaar hoe lager de gemiddelde temperatuur
2. Hoogte ligging boven zee niveau: hoe hoger je komt hoe lager de gemiddelde temperatuur
3. Gesteldheid van aardoppervlak: opwarmen/ afkoelen van water duurt langer dan bij land. Meer zonne-energie nodig om vloeistof warmer te maken + zonnestralen kunnen dieper in het water en worden verdeeld over een groter volumes

  1. Aanlandige of aflandige wind: ligging aan zee zorgt bij aanlandig voor koele wind in de zomer en een relatief warme wind in winter. En bij aflandig andersom.
  2. Aanvoer warmte of koude zeestromen: warme zeestromen uit tropen naar pool streken en andersom
86
Q

Hoe beïnvloeden neerslag factoren de neerslag in een gebied?

A

Er zijn 3 neerslag factoren:
1. Ligging van de grote lage en hoge drukgebieden op aarde: rond de evenaar is er het hele jaar door zone van lage luchtdruk. Hier stijgt warme lucht op waardoor die hoger in de atmosfeer afkoelt
2. Gebergte: kan vochtige lucht vanaf zee tegenhouden en dwingen op te stijgen hierdoor koelt de lucht af.
3. Ligging ten opzichte van zee: een deel. An zonne-energie laat water uit meren verdampen. Waterdamp komt in atmosfeer en er ontstaat neerslag.

87
Q

Soorten neerslag:

A

Stijgings neerslag: ontstaat door warme lucht die opstijgt waardoor die hoger in de atmosfeer afkoelt

Stuwingsregen: door gebergte

Frontale neerslag: warme lucht stijgt op over de koude lucht en koelt af.

88
Q

Wat is de atmosferische circulatie?

A

De verplaatsing van lucht in de atmosfeer

89
Q

Hoe werkt de atmosferische circulatie?

A
  1. Er is ongelijke opwarming van de zon dus temperatuur verschilt.
  2. Lucht stijgt en daalt, warme lucht stijgt op bij de evenaar omdat warme lucht lichter is als lucht afkoelt zakt het weer
  3. Vorming van circulatie cellen, stijgende en dalende lucht vormt 3 grote luchtcirculatiecellen op elke helft van de aarde
  4. Het corioliseffect (afbuiging van luchtstromen), door draaiing van aarde worden luchtstromen afgebogen. Noord: naar recht en zuid: naar links.
  5. Windpatronen onstaan. Winden die het hele jaar uit oostelijke richting van de subtropische hoge luchtdruk gebieden naar de evenaar waaien heten passaten.
  6. De itcz: rond de evenaar komen passaatwinden uit het noorden en zuiden samen in de ITCZ. (zone met lage luchtdruk op en nabij de evenaar.)
    dit zorgt voor stijgende lucht en veel neerslag in de tropen
  7. Moessons: seizoensgebonden, winden veroorzaakt door de verschillen in opwarming tussen land en zee met veel regen.
90
Q

Hoe werkt de atmosferische circulatie?

A
  1. Er is ongelijke opwarming van de zon dus temperatuur verschilt.
  2. Lucht stijgt en daalt, warme lucht stijgt op bij de evenaar omdat warme lucht lichter is als lucht afkoelt zakt het weer
  3. Vorming van circulatie cellen, stijgende en dalende lucht vormt 3 grote luchtcirculatiecellen op elke helft van de aarde
  4. Het corioliseffect (afbuiging van luchtstromen), door draaiing van aarde worden luchtstromen afgebogen. Noord: naar recht en zuid: naar links.
  5. Windpatronen onstaan. Winden die het hele jaar uit oostelijke richting van de subtropische hoge luchtdruk gebieden naar de evenaar waaien heten passaten.
  6. De itcz: rond de evenaar komen passaatwinden uit het noorden en zuiden samen in de ITCZ. (zone met lage luchtdruk op en nabij de evenaar.)
    dit zorgt voor stijgende lucht en veel neerslag in de tropen
  7. Moessons: seizoensgebonden, winden veroorzaakt door de verschillen in opwarming tussen land en zee met veel regen.
91
Q

Wat is de oceanische circulatie?

A

Zeestromen zijn samen met mondiale wind systeem verantwoordelijk voor een herverdeling van zonne-energie.

92
Q

Hoe werkt de oceanische circulatie?

A

Bolvorm en draaiing van de aarde heeft invloed op zeestromen.
1. Overheersende winden veroorzaken zeestromen
2. Onstaan circulatie patroon, noordelijk met de klok mee en zuidelijk tegen de klok in.
3. Verstoring door continenten, continenten en ondiepten verstoren zeestromen.
4. Westenwind drift, rond anartica enigste stroming die ongestoord van west naar oost stroomt.
5. Warme en koude zeestromen, warme brengen relatief warm water naar Polen, koude, brengen relatief koudwater naar lagere breedte.
6. Effecten op klimaat: warme
Stromen zoals noord, Atlantische drift zorgt voor mildere winters op hogere breedte

93
Q

Hoe ontstaan moessons?

A

In juli ontstaan er een grote lage drukgebied boven zuidoost Azië vanaf zee gaat landen, wind waaien, naar dat lage lucht drukgebied deze aan land moesson brengt veel neerslag

In januari waait er onder invloed van hoge luchtdruk boven zuidoost Azië een landelijke wint dit is een droge moesson

94
Q

Welke klimaat zones?

A

Er zijn 5 klimaat zones die worden aangeduid met hoofdletters A tot E

4 van die klimaat zones worden onderscheiden op basis van gemiddelde temperatuur in de warmste of koudste maand

95
Q

1 uitzonderingen

A

Het B klimaat is een uitzondering, daar wordt bepaald op basis van neerslag

96
Q

Klimaat a

A

Zone:
1. A: - Af, tropisch regenwoud klimaat, boven 18 graden, neerslag in alle maanden
- Aw/ As: savanne klimaat, boven 18 graden, met droge periode

97
Q

Klimaat b

A

Bs: steppeklimaat, 250-500mm neerslag p. Jaar.
Bw: woestijnklimaat, minder dan 250mm per jaar

98
Q

C klimaat

A

Cf: gematigd zeeklimaat, in koudste maan tussen -3en 18, neerslag in alle maanden
Cs: mediterraan klimaat, in koudste maan tussen -3 en 18, droge zomer
Cw: China klimaat, koudstenaand tussen -3en 18, droge winter

99
Q

D klimaat

A

Df: gematigd landklimaat, koudste maand kouder dan -3, warmste maand warmer dan 10, neerslag in alle maanden.
Dw: landklimaat met droge winter, koudste maand kouder dan -3, warmste maand warmer dan 10

100
Q

E klimaat

A

ET: toendraklimaat, in warmste maand tussen 0 en 10 graden
EF: sneeuwklimaat, alle maanden kouder dan 0
EH: hooggebergte klimaat, alle maanden kouder dan 0

101
Q

Hoe ontstaan aardbeving in California?

A

De aardbevingen bestaan doordat de Pacifische plaat en de Noord-Amerikaanse plaat langs elkaar heen bewegen. Ook wel de san andreasbreuk

102
Q

Wat zijn de kenmerken van aardbevingen in California?

A

Het zijn kleine aardbevingen met een hoge frequentie. Ze hebben en magnitude van 3 of minder, zijn nauwelijks voelbaar en er is geen directe schade

103
Q

Welke factoren bepalen de kwetsbaarheid van San Francisco bij een aardbeving?

A

Factoren;
1. Magnitude van aardbeving. (Hoe sterk een aardbeving is)
2. Sanfransisco is dicht bevolkt
3. Frequentie: hoe vaak het gebeurd
4. Rijkweidte: hoe ver een aardbeving zich verspreid
5 ruimtelijke spreiding: waar is het sterk en waar niet.

104
Q

Rijkweidte

A

Aardbevingen in de regio kunnen zich verspreiden over een groot gebied omdat de beweging van de San Andreas breuken spanning opbouw in een brede zone

105
Q

Ruimtelijke spreiding

A

Naast de San Andreas breuk zijn secundaire breuken

106
Q

Welke maatregelen worden genomen om risico’s van aardbevingen te beperken?

A

Er wordt gedaan aan hazard management, de kans op een natuurramp wordt ingeschat.

Maatregelen:
- bouwtechnische maatregelen (schade aan infrastructuur beperken)
- brandpreventie.
- onderzoek gedaan naar oorzaken van de ramp.
- mensen worden bewust gemaakt
- waarschuwingssystemen.
- ramp plannen.

107
Q

Welke actoren spelen een rol in hazard management?

A
  • bewoners
  • bedrijven
  • overheid
  • verzekeraars
108
Q

Hoe ontstaan de tropische orkanen die voorkomen in het zuiden van de VS?

A

Orkanen zijn tropische stormen met windkracht 12 of meer.
Belangrijke bron gebieden van het ontstaan van orkanen. Zijn de : - Caribische zee.
- de golf van Mexico
- het tropische gedeelte van de Atlantische oceaan.

Orkanen ontstaan uit lage drukgebieden aan de westkust van Afrika. Warm zee water speelt een belangrijke rol als energie bron. De lucht met verwarmd zeewater stijgt op en botst met koudere lucht in de atmosfeer waardoor water condenseert en er enorme regenwolken ontstaan. Waaruit vaak onweersbuien ontwikkelen.

De warmte die vrijkomt tijdens condensatie zorgt voor nog sterkere lucht.

109
Q

waarom en daarwat wordt een orkaan langzaam krachtiger

A

Een orkaan wordt langzaam krachtiger door het corioliseffect omdat dit de kracht is die volgt uit de draaiing van de waarde en deze zorgt voor de roterende beweging om het oog.

110
Q

Wat zijn de risico’s van tropische orkanen voor bewoners van de zuidkust van de VS?

A

De risico’s zijn:
- een steigende zeespiegel en stormvloeden, door de lage luchtdruk in het oog van de orkaan stijgt de zeespiegel. Als dit in combinatie is met oplopende kustlijnen en sterke windkractt het kan dit zorgen voor stormvloeden.

  • Overvloedig regenval: het regen kan niet goed worden afgevoerd wat zorgt voor overstromingen land inwaards.
  • modderlawines en aardverschuivingen: door regenval kunnen er modderlawines en aardverschuivingen ontstaan.
  • verwoesting door wind; door de sterke windkracht kunnen leidingen; gebouwen en bomen verwoest worden.
  • evacuatie problemen: door hoge bevolkingsdichtheid is evacuatie lastig omdat het heel erg druk wordt op de wegen. Ook kost het veel geld voor de overheid.
111
Q

Welke rollen spelen onderzoek en preventie in het voorkomen van schade bij een natuurramp door tropische orkanen

A

Met Weers satellieten en radar systemen kunnen voorspellingen worden gedaan over de plaats en route van orkanen.

De kracht van de orkaan wordt gemeten met schaal van saffir sippon door te kijken naar windsnelheid.

Het verspreiden van evacuatieplannen en hazard management is preventie.

112
Q

L welke maatregelen zijn noodzakelijk om de steeds terugkerende overstromingen van de Mississippi te voorkomen

A

Het aanleggen van dammen en sluizen om waterstroom te reguleren en te beheersen.

Kanalen: om stroomversnelling en watervallen te omzeilen

Waterreservoirs: waterniveau op peil houden.

Overheidsbeschermig van het stroomgebied: overheid neemt maatregelen voor bescherming.

113
Q

Wat zijn de geografische kenmerken van het Middellandse Zeegebied?

A
  • het is verbonden met de Atlantische oceaan via straat can gibraltar, Suez-kanaal en Bosporus. Hierdoor vind weinig uitwisseling van water plaats.
  • grootste binnenzee van wereld
  • er wonen ruim 500 miljoen mensen
  • 150 miljoen mensen wonen in ecologische kwetsbare gebieden
  • grote en kleine eilanden
  • onregelmatige kustlijnen met veel schiereilanden.
114
Q

Waarom is het zoutgehalte van de Middellandse Zee zo hoog?

A

De Middellandse Zee is veel zout dan de Atlantische Oceaan

De oorzaak hiervan is dat de temperatuur van water ongeveer 5 °C hoger is dan andere zeeën op dezelfde breedte graad

Hierdoor verdampt er meer water maar blijft er meer zout over.

115
Q

Hoe kan de kenmerkende plantengroei in de Middellandse Zeegebied worden verklaard?

A

In het gebied is mediterrane vegetatie die vegetatie heeft zich aangepast aan het klimaat.

De groei hiervan wordt verklaard door: - de hoeveelheid neerslag
- de verdeling van neerslag over een jaar
- en de verdamping

Dit beïnvloedt natuurlijk bodem gebruik.

116
Q

Waaruit bestaat mediterrane vegetatie?

A

Bestaat uit 3 groepen plantensoorten:
- loofbomen: verliezen bun blad niet, lange wortels, klein blad
- bladverliezende struiken: bloeien het voorjaar en overleven droge zomer in ruststand
- maquis: dicht opeen, staand moeilijk door drinkbaarmans hoog Doornachtig struikgewas met harde altijd groene bladeren.

117
Q

Waaruit bestaat mediterrane vegetatie?

A

Bestaat uit 3 groepen plantensoorten:
- loofbomen: verliezen bun blad niet, lange wortels, klein blad
- bladverliezende struiken: bloeien het voorjaar en overleven droge zomer in ruststand
- maquis: dicht opeen, staand moeilijk door drinkbaarmans hoog Doornachtig struikgewas met harde altijd groene bladeren.

118
Q

Welke soorten akkerbouw?

A
  • in het gebied is overwegende landbouw, maar ook olijven en wijn druiven
    Akkerbouw komt in drie vormen voor
    1. Droge droge.akkerbouw: vooral granen
    2. Boom en struiken cultuur: vooral olijfbomen, amandelbomen en druivenranken
    3. Irrigatie landbouw: akkerbouw en tuinbouw
119
Q

Hoe bepaalt de natuur natuurlijke omgeving de landbouw in het Middellandse Zeegebied?

A

Landbouw wordt bepaald door:
1. Het klimaat: hete zomer, natte winter. 2. Ligging: onregelmatige kustlijn, variërende hoogtes
3. Bodem: bodem kwaliteit per gebied.

120
Q

Wat zijn de kenmerken van het Middellandse zeeklimaat?

A

Het is een Cs klimaat gematigd klimaat met droge zomer en natte winter.

121
Q

Wat is de invloed van het klimaat en de klimaatveranderingen op de waterbalans in het Middellandse Zeegebied?

A

Verwachting is dat door de stijging van de gemiddelde jaar temperatuur in het middelendse zeegebied 3 tot 3,5 zal zijn.

Hogere temperaturen leiden tot verdamping.

De klimaat zones zullen naar het noorden verschuiven

De geringe neerslag in combi met hogere verdamping kan de waterballons verstoren

122
Q

Welke vormen van landeddegradadatie zijn kenmerkend voor het Middellandse Zeegebied?

A

H

123
Q

Welke vormen van landeddegradadatie zijn kenmerkend voor het Middellandse Zeegebied?

A

Er zijn 3 vormen:
1. Bodem erosie: de schurende samenwerking van wind water en ijs.
Versnelde bodem erosie wordt veroorzaakt door: kaalgekapte hellingen
Kanalisatie van rivieren, grote hoeveelheden neerslag.

In een reliëf rijk gebied is er veel kans op afspoeling dat is als de toplaag van de bodem naar beneden spoelt.

Erosie is positief als dalen worden gevuld en negatief als bovenste vruchtbare laag wegspoelt.

  1. Verzilting: het opnemen van zout in de grond of bodem door: overstromingen vanuit zee, zoutkwel waarbij zeewater via de ondergrond het land binnenkomt., onzorgvuldige irritatie methoden.
  2. Verwoestijning: het uitbreiden en ontstaan van woestijn gebied veroorzaakt door: onbetrouwbare neerslag, overbeweiding, ontbossing, klimaat verandering, toerisme, erosie.
124
Q

Wat is landdegradatie?

A

De afname van de kwaliteit van de bodem en begroeiing door verkeerd landgebruik

Het gevolg hiervan is natuurlijk biodiversiteit, en economisch afname in productie, capaciteit.

125
Q

Wat is het verband tussen intensief landgebruik en landdegradatie?

A

Door intensief landgebruik raakt de bodem uitgeput en komt er bodem erosie. Overmatig irrigatie en verzilting zorgen voor daling van grondwater
Ontbossing vernietigd ecosysteem en verhoogt erosie.

126
Q

P hoe veroorzaken erosie en sedimentatie het reliëf

A

Versterkt:
Erosie van reliëf: door bodem materiaal weg te halen hierdoor worden bergen steiler.
Sedimentatie reliëf door: nieuw materiaal op te hopen.

Vermindert reliëf door:
Erosie: in vlakke gebieden grond af te vlakken.
Sedimentatie: door valleien en kuilen op te vullen

127
Q

Hoe verloopt de platentektoniek in de Middellandse Zeegebied?

A

Het middellandse zeegebied ligt op de grens van 3 continenten: Afrika Europa en Azië.

Eerst was het super continent Pangea toen kwam Afrika los van eu. De Afrikaanse en euraziatische platen bewogen naar elkaar toe en er ontstaat subductie. En plooiing gebergte.

De belangrijkste break in Afrikaanse plaat vormt nu de rode z e en golf van aden.

128
Q

Welk verband is er tussen plaat beweging en gebergtevorming in Middellandse Zeegebied?

A

De Afrikaanse plaat maakt een convergente beweging tegen euraziatische plaat waardoor er plooiings gebergte ontstaat.

129
Q

Wat is het verband tussen aardbevingen en gebergtevorming in Middellandse Zeegebied?

A

Door de botsing ontstaat er spanning en als die spanning vrijkomt onstaan er aardbevingen

130
Q

Hoe is het vulkanisme in het Middellandse Zeegebied ontstaan?

A

Vulkanisme is ontstaan door platentektoniek
En de belangrijkste oorzaak is subductie

131
Q

Hoe is het vulkanisme in het Middellandse Zeegebied ontstaan?

A

Vulkanisme is ontstaan door platentektoniek
En de belangrijkste oorzaak is subductie

132
Q

Wat zijn de kenmerken van vulkanisme in het Middellandse Zeegebied?

A

Er zijn verschillende vulkanen door variatie in samenstelling van magma en kracht.

  • Santorini: cycladen die zijn ontstaan door subductie. Vulkanen onstaan door subductie zijn explosief. Hier begint eruptie soms met pyroclastische storm. Gevolgd door lager bewegend lava.

Stratovulkaan ontstaat door lage Pirot Lastic afzetting en lavastromen elkaar die afwisselen.

Het dak van de magma kamer kan instorten en dan ontstaat er een kaderen Caldeira.

-Italië: vulkanen aan de westkant van Apennijnen.
Vulkanisme begon ongeveer 65 miljoen jaar geleden in het midden van Italië daarna ook zuidwaarts.
Vesuvius en Etna.
Sprake van subductie

133
Q

Wat zijn de kenmerken van vulkanisme in het Middellandse Zeegebied?

A

Er zijn verschillende vulkanen door variatie in samenstelling van magma en kracht.

  • Santorini: cycladen die zijn ontstaan door subductie. Vulkanen onstaan door subductie zijn explosief. Hier begint eruptie soms met pyroclastische storm. Gevolgd door lager bewegend lava.

Stratovulkaan ontstaat door lage Pirot Lastic afzetting en lavastromen elkaar die afwisselen.

Het dak van de magma kamer kan instorten en dan ontstaat er een kaderen Caldeira.

-Italië: vulkanen aan de westkant van Apennijnen.
Vulkanisme begon ongeveer 65 miljoen jaar geleden in het midden van Italië daarna ook zuidwaarts.
Vesuvius en Etna.
Sprake van subductie

134
Q

Welk gesteente ontstaat door vulkanisme?

A

Na uitbarsting blijven vulkanische afzettingen achter,

-basalt: afgekoeld magma, hard gesteente
- tufsteen: aan elkaar gekit as, poreus gesteente.

Vulkanische gesteente worden gebruikt als bouwmateriaal.

135
Q

Hoe kun je het ontstaan van gesteente verklaren?

A
  • basalt is magma uit binnenste van de aarde. Als het afkoelt krimpt het en scheurt gesteente. Dit zorgt voor zeshoekige structuren.

-tufsteen ontstaat uit het as van een vulkaan.