leefomgeving hfst 3&4 Flashcards
leren
re-urbanisatie
Bevolkingsgroei in een stad na een periode van suburbanisatie.
ruimtelijke ordening
Het maken van plannen over de (her)inrichting van de ruimte in een gebied.
ruimtelijke segregatie
Ruimtelijke scheiding van kansarme en kansrijke (etnische) groepen in een stad of gebied.
sciencepark
Een gebied, vaak bij een universiteit, waar hoger onderwijs, hoogwaardig onderzoek en kennisintensieve bedrijven bij elkaar zitten, wat mogelijkheden schept om van elkaars aanwezigheid en kennis gebruik te maken.
smart city
Stad die door de inzet van slimme technologie (ICT), creativiteit, innovatie en kennis aantrekkelijker, duurzamer en leefbaarder wil worden.
sociale cohesie
De samenhang in een maatschappij, zoals die van een land of een wijk of buurt, waaruit blijkt of mensen veel of goed met elkaar kunnen en willen omgaan.
sociale (on)veiligheid
Bescherming of het gebrek daaraan, of het zich (niet) beschermd voelen tegen gevaar dat veroorzaakt wordt door of dreigt van de kant van menselijk handelen in de openbare ruimte. Er wordt onderscheid gemaakt in subjectieve en objectieve veiligheid.
sociale polarisatie
Toename van de sociaaleconomische tegenstellingen tussen groepen mensen met verschillende sociaal- economische achtergronden.
transformatie
Het door een verbouwing veranderen van de functie van bestaande gebouwen, zoals leegstaande bedrijf panden die worden omgebouwd tot woningen.
urbanisatie
Stijging van het percentage mensen dat in de stad woont.
verzorgingsgebied
Het gebied rondom een stad dat voor alle stedelijke voorzieningen is aangewezen op die stad.
Vinex
Nota van de overheid voor de ruimtelijke ordening in Nederland. Afkorting van Vierde Nota Ruimtelijke Ordening Extra.
Vinex-wijk
Grootschalige nieuwe woningbouwlocatie aan de rand van een stad. vooral bedoeld om aan de groeiende vraag naar woningen in de buurt van) de stad te kunnen voldoen.
voorzieningenniveau
Het aanbod van bedrijven, activiteiten en diensten in een bepaald gebied.
wijk- en buurtprofiel
Typering van een wijk of buurt met daarin de woning kenmerken, bewonerskenmerken en de kenmerken van de woonomgeving. Er worden zowel objectieve a subjectieve gegevens opgenomen.
woningkenmerk
Eigenschap van woningen, zoals woningtype, ouderdom, eigendom en woningwaarde.
woningtype
De soort woning, zoals een portiekflat (hoogbouw) en een rijtjeswoning (laagbouw).
stadsgewest
Stad met voorsteden eromheen die onderling veel contact hebben.
stadsvernieuwing
Proces van het opknappen van woningen en de openbare ruimte in stadswijken.
stedelijk gebied
Stadsgewesten die (bijna) aan elkaar zijn vastgegroeid.
stedelijk netwerk
Groep steden die onderling sterk verbonden is door contacten tussen bedrijven, overheden en instellingen.
subjectieve (on)veiligheid
Mate waarin iemand zich in zijn woon- en leefsituatie door misdrijven, overtredingen en ernstige overlast al dan niet bedreigd voelt.
suburbanisatie
De verstedelijking van het platteland door migratie vanuit de stad.
toegankelijkheid
Mate waarin de openbare ruimte vrij en goed te gebruiken is.