Leds en Patronen Flashcards

1
Q

Hoe ziet de kleurcodering van een 5 bands 220 Ohm weerstand eruit?

A

Rood - Rood - Zwart - Zwart - Bruin

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Hoe ziet de kleurcodering van een 4 bands 4.7 Kilo Ohm weerstand eruit?

A

Geel - Paars - Rood - Licht Blauw

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hoe ziet de kleurcodering van een 5 bands 68 Kilo Ohm weerstand eruit?

A

Blauw - Grijs - Zwart - Rood - Geel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoe ziet de kleurcodering van een 6 bands 560 Kilo Ohm weerstand eruit?

A

Groen - Blauw - Zwart - Oranje - Paars - Rood

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hoe noem je de plus?

A

Anode

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hoe noem je de min?

A

Cathode

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Maakt het uit hoe de weerstand wordt aangesloten?

A

Nee, de volgorde van de serieschakeling maakt niet uit.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat gebeurd er als een output pin op HIGH wordt gezet?

A

Er komt ongeveer 5 volt op de pin te staan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Hoe veel spanning verbruikt een brandende rode led?

A

Ongeveer 15mA.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Waar staat Ohm R = V / I voor?

A

Ohm Resistance = Volt / Ampere.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Hoeveel spanning verbruikt een groene brandende led?

A

20mA.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Stel je hebt 5 volt op een pin staan, en een groene led, die 2.1 volt verbruikt. Hoe bereken je dan uit welke weerstand je nodig hebt?

A

Overgebleven gedeeld door het Ampere. Dus in andere woorden: 2.9 volt / 20mA = 145 ohm.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is Simplex?

A

Het is een een-weg communicatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat zijn voorbeelden van Simplex?

A

Radio, Televisie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is Full Duplex?

A

Beide partijen kunnen gelijktijdig verzenden en ontvangen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is Half Duplex?

A

Beide partijen kunnen niet gelijktijdig zenden en ontvangen. Dit zie je bijvoorbeeld bij walkietalkies.

17
Q

Waar zorgt parallelle communicatie voor?

A

Dat er meerdere dingen gelijktijdig verzonden kunnen worden.

18
Q

Wat is het voordeel van parallelle communicatie?

A

Het is snel.

19
Q

Wat is het nadeel van parallelle communicatie?

A

Het is duur, het kost veel draden.

20
Q

Wat is seriële communicatie?

A

Bits achter elkaar sturen.

21
Q

Wat is synchrone communicatie?

A

Het maakt gebruik van klok signalen, zo weet de ontvanger wanneer iets binnen komt.

22
Q

Wat gebeurd er als de klok van hoog naar laag gaat, of andersom?

A

Dan weet de ontvanger dat er een nieuwe bit uitgelezen moet worden.

23
Q

Wat is asynchrone communicatie?

A

Hier gebruik je geen kloksignaal, maar spreek je van te voren af hoe snel de bits achter elkaar verstuurd worden en hoe de ontvanger weet dat het signaal begint.

24
Q

Wat is het voordeel van asynchrone communicatie?

A

Je hebt een draad minder nodig dan bij synchrone communicatie.

25
Wat is het nadeel van asynchrone communicatie?
De kans is groter dan de verzender en de ontvanger uit sync raken en hierdoor de data niet juist wordt overgestuurd.
26
Wanneer kunnen de zender en de ontvanger uit sync raken bij asynchone communicatie?
Wanneer de klokken van de zender en de ontvanger niet exact even snel lopen.
27
Hoe zal het langer duren totdat klokken uit sync raken?
Als je een lagere overdrachtssnelheid hebt.
28
Wat is pariteit?
Dit is een manier om bij het transport van meerdere bits te controleren of er fouten zijn opgetreden.
29
Hoe wordt pariteit gedaan?
Door een extra bit toe te voegen. Dit heet de pariteitsbit.
30
Wat moet er worden afgesproken voor het gebruik van pariteit?
Of er gebruik gemaakt gaat worden van een even of van oneven pariteit.
31
Waar zorgt het pariteitsbit voor bij een even pariteit?
Dat het totaal aantal 1'n van de bits inclusief het pariteitsbit even is.
32
Wat gebeurd er als de pariteit niet klopt?
Dan wordt er door de ontvanger besloten om de data als fout te laten zien en niet door te geven aan bijvoorbeeld het scherm.
33
Wat is het nadeel van pariteit?
Een enkele bitfout wordt wel gedetecteerd, maar een dubbele niet.
34
Wat wordt er toegevoegd als je databits wilt versturen? En wat maakt 8 databits dan 10 bits?
1 start- en stopbit. Dus 8 databits + 1 startbit + 1 stopbit
35
Wat is overhead?
De start- en stopbits die verloren gaan
36
Hoeveel BPS kunnen we effectief versturen? En waarom?
800. 1000 bits, min de start- en stopbits = 800 bits
37
Welke functies heeft de ingebouwde seriele interface?
- Begin() - Read() - Flush() - Println() - Print() - Available()