Lecture 3. How to do science with societal impact: the PATH model Flashcards

1
Q

Wat voor soorten impact kennen we (4)?

A
  1. maatschappelijke impact
  2. het ontwikkelen van nieuwe theorieën
  3. het ontwikkelen van nieuwe methodes
  4. het produceren van kwaliteitsdata waar andere wetenschappers op voort kunnen bouwen?
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is praktijkgericht onderzoek doen?

A

Het probleem dat onderzocht wordt, is praktijk gestuurd. Het is gericht op het oplossen van het probleem.
Opstellen van het procesmodel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is fundamenteel onderzoek?

A

Dit is theorie gestuurd. Je leest literatuur die er al is. Op basis hiervan ontwikkeld je nieuwe hypothese (gap). Het doel is om bij te dragen aan deze wetenschappelijke kennis.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Welke vier fases kent het PATH model?

A

fase 1 probleem definitie
fase 2 analyse fase
fase 3 testfase
fase 4 helpfase

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Fase 3 van het PATH model heeft drie substappen welke zijn deze?

A
  1. het opstellen van het procesmodel (verklaring)
  2. empirische onderbouwing
  3. afweertabel
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Fase 2 van het PATH model heeft drie substappen welke zijn deze?

A
  1. specificeren eindvariabelen
  2. divergente fase (verklaringen)
  3. convergente fase (reduceren van verklaringen)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly