Lecture 3 en 4 Flashcards

1
Q

Sirat Ibn Ishaaq en Hasan

A

Schreef de biografie van de profeet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Mohammed ibn Abd Allah

A

Profeet, lid van Banu Hashim en Quraysh

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Abu Talib

A

De oom en voogd van Mohammed

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Khadyah bint Khuwaylid

A

De vrouw van Mohammed, ze was ouder en ook lid van Quraysh.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Ghar Hira

A

Grot van Jabah al-nour

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Mu’minin

A

gelovigen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Kafirum

A

niet-gelovigen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Muhaijrun Sahaba

A

Mekkanen die met mohammed mee migreerden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Ansar

A

Bontgenoten in Medina die in Mohammeds boodschap geloven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Munafiqun

A

Hypocrieten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Pledge of al-aqaba

A

Het was het jaar 11 toen een delegatie van twaalf mensen naar Mekka kwam en de Profeet (vrede zij met hem) een eed van trouw met hen aflegde, bekend als de Eerste Eed van al-‘Aqaba. Daarin stond dat ze niemand anders dan Allah zouden aanbidden, nooit overspel zouden plegen, nooit iemands eigendommen zouden stelen, nooit hun kinderen zouden doden en nooit iemand vals zouden beschuldigen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Blood money

A

Wetten voor ‘bloedgeld’ (losgeld) om de inter-tribale oorlogsvoering te reguleren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Sunna

A

Het voorbeeld van Mohammed, het model van zijn gedrag dat moslims zouden moeten volgen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Hadith

A

De woorden en daden van mohammed, en ook stille (af)keuring. Verwijst naar specefieke momenten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Isnad

A

de keten van overlevering

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Math

A

het lichaam

17
Q

Rida wars

A

De Ridda-oorlogen waren een reeks militaire campagnes die door de eerste kalief Abu Bakr werden gelanceerd tegen opstandige Arabische stammen

18
Q

Umar

A

2e kalief, Umar was een senior metgezel en schoonvader van de islamitische profeet Mohammed

19
Q

Yarmuk

A

overwinning tegen de byzantijnen in 636

20
Q

Qadisiyya

A

Overwinning tegen de sassaniden in 636

21
Q

Uthman

A

de 3e kalief, 644-656

22
Q

Kharijites

A

Iemand die zondigt is een moslim en kan daarom geen kalief zijn

23
Q

shiites

A

De kalief moet een afstammeling van ali en fatima zijn

24
Q

Sunnis

A

trouw aan degene die de facto de umman leidt en verenigt, centrale rol voor de elite

25
Q

Mu’ awiyya

A

Belangrijke Ummayad, Mu’awiya I was the founder and first caliph of the Umayyad Caliphate, ruling from 661 until his death.

26
Q

Abd al-malik

A

Belangrijke Ummayad,Abd al-Malik ibn Marwan ibn al-Hakam was the fifth Umayyad caliph, ruling from April 685 until his death in October 705. A member of the first generation of born Muslims, his early life in Medina was occupied with pious pursuits

27
Q

battle of siffin

A

Een verdeeldheid die ontstaat in het kamp waarna de kharaijites zich af keren van Ali

28
Q

yazia

A

dorp in spanje

29
Q

husayn

A

de zoon van ali, wordt vermoord in de tweede fitna

30
Q

dome of the rock

A

Het gebouw is geen moskee, maar een historische islamitische gedenkplaats.