Le Moyen Age Flashcards
Autobiografie
Een tekst die gaat over het leven van de schrijver zelf.
Ballade
Verhalend gedicht of lied waarin iedere strofe wordt afgesloten met dezelfde versregel. De laatste strofe is meestal korter dan de andere.
Envoi
De slotstrofe waarin een gedicht aan iemand wordt opgedragen. Deze bevat vaak de conclusie of moraal van de tekst.
Genre
Een tekstsoort. De 3 hoofdgenres in de literatuur zijn. Poëzie, proza en drama.
Lyrische poëzie
Gedichten. Meestal geschreven in de ik-vorm, die persoonlijke gevoelens uitdrukken.
Manuscript
Een handgeschreven tekst. Voor de uitvinding van de boekdrukkunst werden alle boeken met de hand gekopieërd.
Metrum
Versmaat, oftewel regelmatige afwisseling tussen beklemtoonde en onbeklemtoonde lettergrepen. Hierdoor ontstaat bij opdragen een bepaald ritme.
Motief
Een concreet, vaak terugkerend verhaalelement dat structuur geeft aan het verhaal en iets duidelijk maakt over het thema.
Parodie
Een spottende nabootsing van een persoon of een kunstwerk.
Prozaroman
(Laat) middeleeuws verhaal, in de vorm van gesproken en geschreven taal, zonder rijm.
Rijm
Klankovereenkomst tussen 2 woorden. Meestal gaat het om herhaling bij de laatste klanken van het woord at aan het einde van een versregel staat.
Satire
Een vorm van maatschappijkritiek waarbij menselijke eigenschappen en gedrag op een humoristische manier belachelijk worden gemaakt.
Thema
De onderliggende grondgedachte van het verhaal.