Ld 5 Flashcards
Je kunt delen van het hart en de aansluitende bloedvaten noemen met hun kenmerken en functies.
Volgende cards
Bovenste en onderste holle ader.
Functie: vervoeren zuurstofarm bloed van de organen naar het hart.
Rechterboezem:
Functie: ontvangt zuurstofarm bloed uit de holle ader en voert dit door naar de rechterkanten
Kenmerk: weinig gespierde wand
Rechterkamer:
Functie: pompt zuurstofarm bloed naar de longslagader
Kenmerk: gespierde wand
Longslagaders:
Functie: vervoeren zuurstofarm bloed van het hart naar de longen
Longaders:
Functie: ervoeren zuurstofrijk bloed van de longen naar het hart
Linkerboezem:
Functie: ontvangt zuurstofrijk bloed uit de longaders en leidt dit naar de linkerkamer
Kenmerk: weinig gespierde wand
Linkerkamer:
Functie: pompt zuurstofrijk bloed in de aorta.
Kenmerk: zeer gespierde wand
Aorta:
Functie vervoert zuurstofrijk bloed van het hart nat de organen
Harttussenwand:
Scheidingswand tussen de linker en de rechterharthelft
Hartkleppen:
Functie: vernomen dat het bloed terugstroomt van de kamers naar de boezems
Kenmerk: kleppen tussen de boezems en kamers
Kransslagaders:
Functie: vervoeren bloed dat rijk is aan zuurstof en voedingsstoffen naar de hartspier.
Kenmerk: aftakking van de aorta
Kransader:
Functie: vervoeren bloed dat rijk is aan koolstofdioxide en andere afvalstoffen weg uit de hartspier