latijn woordjes die herhaling nodig hebben Flashcards

65 woordjes

1
Q

orare

A

oro bidden smeken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

consililium

A

consilii o het overleg de raad het plan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

mirus

A

-a -um wonderlijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

etiam

A

voegwooord want

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

non iam

A

bijwoord niet meer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

pauci

A

-ae -a weinig enkele

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

agere

A

ago voortbrengen doen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

audere

A

audeo durven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

tegere

A

tego bedekken beschermen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

considere

A

consido gaan zitten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

ducere

A

ducon leiden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

relingquere

A

relingquo achterlaten; verlaten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

nondum

A

nog niet bijwoord

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

vertere

A

verto omkeren veranderen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

cogitare

A

nadenken cogito

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

aedificum

A

het gebouw aedificii o

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

iter

A

de reis de weg itiner-is o

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

latus

A

-a -um breeed uitgestrekt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

optimus

A

-a -um beste zeer goed

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

dum

A

voegwoord terwijl

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

nam

A

voegwoord want

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

princeps

A

principis m de voornaamste de keizer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

appelare

A

appelo aanspreken noemen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

ornare

A

orno versieren in orde brengen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
debere
debeo moeten verschuldigd zijn
24
dare
do geven
25
iam
bijwoord al dadelijk
26
enim
voegwoord want
27
interdum
bijwoord soms
28
inquit
: zegt hij zij
29
iterum
bijwoord opnieuw
30
autem
voegwoord maar
31
dignus
-a -um waardig passend
32
dolere
lijden; wenen om doleo
33
periculum
periculi o het gevaar
34
monstrum
monstri o het wonder het monster
35
postulare
postulo eisen
36
parare
paro verwerven klaarmaken
37
servare
servo bewaren redden
38
possidere
possido bezitten beheersen
39
ridere e
rideo uilachen
40
reperire
reperire vinden te weten kmen
41
nihil l
niets onpebaald voornaamwoord
41
si
voegwoord als
42
terra
terrae het land de aarde
43
vigilare e
vigillo waken
44
terrere
terreo bang maken
45
timere
timeo vrezen, bang zijn
46
numquam
bijwoord nooit
47
at
voegwoord maar
48
monstrare
WIJZEN MONSRTO
48
num?
vraagpartikel toch niet
49
tantum
bijwoord zoveel alleen maar
50
auctor
auctor-is m de dader
51
ceteri
-ae -a de overige
51
alius
alia aliud een andere
52
sicuit
voegwoord zoals
53
tamen
bijwoord toch
54
itaque
bijwoord-voegwoord daarom; en zo
55
accipere
accipio vernemen; ontvangen
56
corripere
corripio vastgrijpen meesleuren
56
incipere
incipio beinnen
57
abicere
abicio wegwerpen neerwerpen
58
eripere
eripio wegrukken
59
adspicere
adspicio aankijken
60
satis
bijwoord genoeg nogal
61
statim
bijwoord dadelijk
62
fiere
fio worden; gebeuren; gemaakt worden
63
tenere
teneo vasthouden
64
quodam die
op een dag
65
munus
muneris o de taak het geschenk
66
mandare
mando toevertrouwen opdragen
67
fere
bijwoord bijna meestal
68
liberi
liberorum m mv de kinderen
69
ager
AGRI M het veld
70
sacer
sacra sacrum heilig gewijd
71
nuntiare
nuntio melden
72
optare
OPTO wensen
73
praebere
praebeo aanbieden
74
placere
placeo bevallen aanstaan
75
temptare
tempto proberen op de proef stellen
76
nonne?
vraagpartikel toch wel?