Larousse vocabulaire Flashcards
Voc uit kleine boekje Frans
1
Q
zich voorstellen
A
se présenter
2
Q
groeten
A
saluer
3
Q
kennis maken met iemand
A
faire la connaissance de qqn
4
Q
danken
A
remercier
5
Q
wensen
A
souhaiter
6
Q
zich verontschuldigen
A
s’excuser
7
Q
sorry, pardon, excuseer
A
pardon
8
Q
afscheid nemen
A
faire ses adieux
9
Q
goedemorgen
A
bonjour (le matin)
10
Q
goedemiddag
A
bonjour (l’après-midi)
11
Q
goedenavond
A
bonsoir
12
Q
dag
A
au revoir, salut
13
Q
hallo, doei
A
salut
14
Q
tot ziens
A
au revoir
15
Q
goedenacht
A
bonne nuit
16
Q
welterusten
A
dors bien
17
Q
aangenaam
A
enchanté(e)
18
Q
uitstekend
A
impeccable
19
Q
heel goed
A
très bien
20
Q
prima
A
super
21
Q
het gaat wel
A
ça peut aller