Kwartiel 1 Flashcards
Winst
Opbrengst - Kosten
Kasstroom (Cashflow)
Ontvangsten - Uitgave
Of
Winst na belasting + Afschrijvingen - Investeringen + Restwaarde
Vermogensbehoefte
Materiële vaste activa + Financiële vaste activa + Werkkapitaal + Vordering
Gemiddelde winst
Winst + “alle periode” : Periode
Afschrijvingen
(Aanschafwaarde - Restwaarde) : Periode
Rentabiliteit
Winst : Gemiddeld geïnvesteerd vermogen x 100%
Gemiddelde boekhoudkundige rentabiliteit
Gemiddelde periode winst : Gemiddeld geïnvesteerd vermogen x 100%
Gemiddeld geïnvesteerd vermogen
(Aanschafwaarde + Restwaarde) : 2
Formule van Camp (serie grote)
√(2 x Totale afzet x Bestelkosten : voorraadkosten per stuk)
Bestelniveau
Afzet per dag x Levertijd order
Gemiddeld debiteurensaldo
Krediettermijn in maanden : 12 x Verkopen op rekening
Netto contante waarde
Cashflow : (1 + Intrest) ^periode
Terugverdienperiode
Investeringen : Cashflow
Kosten van de voorraad
Serie grote : 2 x Voorraadkosten per product
Instel/ Bestel kosten
Afzet per jaar : Serie grote x Kosten van de voorraad