kwalitatief onderzoek Flashcards
scientific norms
- universalisme
- gemeenschappelijkheid
- belangeloosheid
- georganiseerde sceptische
wetenschappelijk onderzoek
empirisch
controleerbaar
probabilistisch
bronnen informatie
wetenschap
ervaring
intuïtie
autoriteit
validiteit
statistisch
interne
externe
begrips
onderzoeksvragen
fundamenteel
toegepast
translationeel
Wat betekent het dat psychologen als empiristen werken?
A) Ze baseren hun werk op intuïtie en ervaring.
B) Ze gebruiken observaties en metingen om theorieën te ontwikkelen.
C) Ze werken op basis van persoonlijke overtuigingen.
D) Ze gebruiken enkel kwalitatieve data in hun onderzoeken.
B) Ze gebruiken observaties en metingen om theorieën te ontwikkelen.
Wat houdt de theorie-data cyclus in?
A) Een psycholoog maakt gebruik van een theorie om een onderzoek op te zetten en trekt conclusies op basis van data.
B) Een psycholoog verwerpt altijd zijn hypothese.
C) Een theorie kan alleen bevestigd worden en nooit weerlegd.
D) Een theorie en hypothese zijn hetzelfde.
ntwoord: A) Een psycholoog maakt gebruik van een theorie om een onderzoek op te zetten en trekt conclusies op basis van data.
Wat betekent het principe van ‘georganiseerde scepsis’ binnen de wetenschap?
A) Wetenschappers moeten al hun bevindingen geheimhouden.
B) Wetenschappers moeten voorzichtig zijn met het delen van hun resultaten.
C) Wetenschappers moeten altijd kritisch blijven en niets zomaar aannemen.
D) Wetenschappers moeten alleen hun eigen bevindingen vertrouwen.
Antwoord: C) Wetenschappers moeten altijd kritisch blijven en niets zomaar aannemen.
Wat was de fout in de interpretatie van het ‘Mozart effect’?
A) Er werd ten onrechte geconcludeerd dat muziek van Mozart algemene cognitieve vaardigheden verbetert.
B) Er werd beweerd dat Mozart luisteren alle studenten slimmer maakt.
C) Er werd gesuggereerd dat alle soorten muziek het IQ verhogen.
D) Het effect van muziek op emoties werd niet onderzocht.
Antwoord: A) Er werd ten onrechte geconcludeerd dat muziek van Mozart algemene cognitieve vaardigheden verbetert.
Waarom is een controlegroep essentieel in wetenschappelijk onderzoek?
A) Om persoonlijke ervaringen te verzamelen.
B) Om te vergelijken wat er gebeurt zonder de gemanipuleerde variabele.
C) Om de resultaten te verifiëren.
D) Om de hypothese te bewijzen.
Antwoord: B) Om te vergelijken wat er gebeurt zonder de gemanipuleerde variabele.
Wat is een belangrijke beperking van het baseren van conclusies op persoonlijke ervaringen?
A) Er is geen gebruik van hypotheses.
B) Er is geen controlegroep.
C) De resultaten zijn te specifiek.
D) De steekproef is te groot.
Antwoord: B) Er is geen controlegroep.
Wat betekent het dat wetenschappelijk onderzoek probabilistisch is?
A) Het verklaart alle situaties perfect.
B) Het maakt generalisaties op basis van volledige zekerheid.
C) Het doet voorspellingen met een bepaalde waarschijnlijkheid.
D) Het bewijst elke hypothese die wordt getest.
Antwoord: C) Het doet voorspellingen met een bepaalde waarschijnlijkheid.
Wat is een nadeel van intuïtief denken vergeleken met empirisch onderzoek?
A) Het vereist te veel tijd om resultaten te verzamelen.
B) Het is gevoelig voor vooroordelen en biases.
C) Het is te afhankelijk van statistische analyses.
D) Het kan alleen worden toegepast door experts.
ntwoord: B) Het is gevoelig voor vooroordelen en biases.
Wat is een beschikbaarheidsheuristiek?
A) De neiging om informatie te beoordelen op basis van recente of emotionele ervaringen.
B) De neiging om te focussen op bewijs dat je verwachting bevestigt.
C) De neiging om alleen waar te nemen wat je kunt zien.
D) De neiging om te denken dat je geen vooroordelen hebt.
Antwoord: A) De neiging om informatie te beoordelen op basis van recente of emotionele ervaringen.
Eigen ervaringen bieden vaak een solide basis voor wetenschappelijke generalisaties.
Antwoord: Niet Waar