Kunstfilosofie Flashcards

1
Q

Waarop is een naboots-theorie gebaseerd?

A

De weergave van de zintuigelijke realiteit.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Waarop is een expressie-theorie gebaseerd?

A

De zelfexpressie van de kunstenaar.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Waarop is het formalisme gebaseerd?

A

Kunst draait om de vorm (niet het idee).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Waarop is conceptuele kunst gebaseerd?

A

Kunst draait om het idee (niet de vorm).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hoe dacht Plato over kunst?

A

Kunst is een imitatie van een imitatie. Je roept gevoelens op die niet kloppen (zoals de Griekse tragedie).
Kunst heeft wel een morele functie, kunst moet opvoeden en mensen verheffen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hoe dacht Aristoteles over kunst?

A

Kunst is een nabootsing, maar kan wel meer doen dan nabootsen: kunst kan zorgen voor een innerlijke immense (vooral de tragedie).
Emotie in kunst is belangrijk.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hoe dacht Plotinus over kunst?

A

De kunstenaar is veel meer dan een nabootser, de kunstenaar is een opvoeder. De kunstenaar is een soort medium.
(dit zijn neoplatoonse/laat-platoonse ideeën).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat was de kritiek op de mimese, van Gombrich?

A

Kunst zegt weinig over de realiteit. Kunst zegt meer over de verschillende wijzen waarop kunstenaars de werkelijkheid hebben aangeleerd te benaderen.

Alle kunst is conceptueel > het product van een idee.
Met 1 uitzondering: lineair perspectief.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat was de gedachte van Aristoteles over de mimese?

A

Aanhanger van de mimese-theorie, maar met een speciale variant: innerlijke realiteit is ook realiteit.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat was de gedachte van Platonius over de mimese?

A

Kunstenaars zijn bij uitstek geschikt om de ideeënwereld van Plato over te dragen op de mensheid. De kunstenaar is een soort medium.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat waren de ideeën over kunst, van Tolstoi?

A
  1. Kunst is puur en alleen een emotie.

2. Kunst moet ook een opvoedkundige functie hebben en positieve emoties verspreiden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat waren de positieve gevoelens die kunst moet uitstralen volens Tolstoi?

A

Solidariteit, empathie en gerechtigheid.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat waren de positieve gevoelens die kunst moet uitstralen volgens Tolstoi?

A

Solidariteit, empathie en gerechtigheid.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat was de gedachte van Tolstoi over de mimese?

A

Kunst gaat niet over de weergave van een project (of die realistisch is), maar kunst gaat over de gevoelens die een realisme losmaakt. Die gevoelens gaan om het expressionisme.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat waren de uitgangspunten van de CC-theorie?

A
  1. Kunst is pas toegankelijk voor de toeschouwer als de toeschouwer de kunst herbeleeft.
  2. Je moet niet alleen naar het eindresultaat kijken, maar ook naar het leven van de kunstenaar.
  3. De kunstenaar en de toeschouwer kunnen 1 zijn.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat betekent autonomisme, als je kijkt naar de verhouding tussen kunst en moraal?

A

Kunst en moraal staan onafhankelijk ten opzichte van elkaar.
Ook al is de toeschouwer het niet eens met de politieke ideeën van de kunstenaar, de toeschouwer kan de kunst wel nog steeds mooi vinden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Wat betekent moralisme, als je kijkt naar de verhouding tussen kunst en moraal?

A

Het morele karakter van het kunstwerk beïnvloed de waardering van de toeschouwer (=evocatie-theorie).
De toeschouwer vind kunst minder mooi omdat de toeschouwer het niet eens is met de politieke ideeën van de kunstenaar.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Wat is de evocatie-theorie?

A

De artistieke en esthetische waardering van de toeschouwer wordt beïnvloed door het morele karakter van het kunstwerk.
Dus: de waardering van de toeschouwer voor een kunstwerk is ervan afhankelijk of de toeschouwer het eens is met de politieke ideeën van de maker.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Wat moest het morele karakter van kunst zijn volgens Plato?

A

Liefde voor de polis.

Kunst moet de mensen opvoeden en positieve gevoelens bijbrengen. De kunstenaar moet de liefde voor de polis bijbrengen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Wat moest het morele karakter van kunst zijn volgens Augustinus?

A

Bewondering van God.

Het verheerlijken en loven van God en zijn Schepping.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Wat moet het morele karakter van kunst zijn volgens Tolstoi?

A

Liefde voor het volk.
Kunst moet natuurlijke waarden stimuleren zoals solidariteit, empathie en gerechtigheid.
Kunst moet het volk verheffen.

22
Q

Wat moet het morele karakter zijn van kunst, volgens Pierre Boulet?

A

Kunst moet een vernieuwend karakter hebben.
De kunstenaar heeft de morele plicht om zijn oude meesters te kennen en te overtreffen.

Je mag niet in herhaling vallen, je moet je voorouders overtreffen en een kunstenaar moet historisch besef hebben (en weten in welke lijn hij staat van de traditie.

22
Q

Wat moet het morele karakter zijn van kunst, volgens Pierre Boulet?

A

Kunst moet een vernieuwend karakter hebben.
De kunstenaar heeft de morele plicht om zijn oude meesters te kennen en te overtreffen.

Je mag niet in herhaling vallen, je moet je voorouders overtreffen en een kunstenaar moet historisch besef hebben (en weten in welke lijn hij staat van de traditie.

23
Q

Wat is dialectiek?

A

Er is een these (situatie) >
Er is een antithese (tegengestelde situatie)>
Er is een synthese (verandering).

24
Q

Wat zijn volgens Hegel de 3 niveau’s waarop je kunstenaars kan indelen?

A
  1. Subjectieve geest (individuele mens)
    De betekenis van kunst komt voor uit individuele belangen.
  2. Objectieve geest (collectieve mens)
    De betekenis van kunst komt voort uit collectieve belangen.
  3. Absolute geest (voltooide mens)
    Het werk zet mensen aan tot denken en na jaren gaan mensen nog steeds naar dat werk kijken. Er is sprake van totale bewustwording.
25
Q

Hoe denkt Hegel over kunst?

A

Kunst vertegenwoordigt altijd een maatschappelijk idee of een waarheid.

De grootste kunst is een filosofische reflectie op de maatschappelijke realiteit.

26
Q

Hoe denkt Georg Lukács over kunst?

A

Kunst is een weerspiegeling van de sociale en economische werkelijkheid.

Kunst moet een sociale, maatschappelijke bestemming hebben.

Als je iets niet begrijpt dan kan je het gevoel hebben dat je wordt buitengesloten, dat kan leiden tot haat.

De toekomst van kunst is het klassieke realisme en het socialisme.

27
Q

Wat is de betekenis van de weerspiegeling-theorie?

A

Kunst is een weerspiegeling van de sociale en economische werkelijkheid.

28
Q

Wat was de mening van Georg Lukács over moderne kunst?

A

Moderne kunst zijn objecten zonder magie of betekenis in een verzakelijkte wereld > niet positief over moderne kunst.

Moderne kunst vervreemdt de toeschouwer van de maatschappelijke werkelijkheid:

  • Het is te abstract.
  • Het is te subjectief.
  • Het is te individueel.
29
Q

Hoe denkt Immanuel Kant over kunst?

A

Je kunt door kunst gevoed worden en gestimuleerd worden om een beter mens te worden.

30
Q

Wat is esthetisch mooi volgens Immanuel Kant?

A

Iets is mooi wat zonder belang algemeen behaagt.
Schoonheid ligt in de vorm.
Iets is mooi als er een veelheid aan vormelementen is, maar er tegelijkertijd ook eenheid is.

31
Q

Wat zijn de 5 stellingen van Immanuel Kant?

A
  1. Iets is mooi als het zonder belang algemeen behaagt.
  2. Schoonheid ligt in de vorm, iets is mooi als het doelmatig is zonder doel.
  3. Iets is mooi als er een veelheid aan vormelementen is, maar er tegelijkertijd ook eenheid is.
  4. Een smaakoordeel maakt aanspraak op de algemene geldigheid.
  5. Een genie heeft het vermogen om voorbeelden van regels te geven.
32
Q

Waar staat de Bell-Fry-theorie voor?

A

De kunstenaar is degene die het vermogen bezit om de hogere realiteit uit te drukken in zuivere vorm.
Door kunst worden wij bewust van het goddelijke in alles.
De significante vorm (formalisme) is belangrijk.

33
Q

Welke kunstvormen wijst de Bell-Fry-theorie af, en waarom?

A
  1. Symbolisme: door de betekenis van het symbolisme ben je niet meer bezig met de vorm van het kunstwerk.
  2. Renaissance kunst: het zo bezig zijn met het weergeven van 3D lijdt af.
  3. Hyper-realisme: dit kan ook met fotografie, dat hoeft een schilder niet te doen.
  4. Expressionisme: het gevoel van de kunstenaar is niet belangrijk, de significante vorm zou centraal moeten staan.
34
Q

Waar stond de Frankfurter Schule voor?

A

Wilden verandering naar een rechtvaardige maatschappij, met minder ongelijkheid.
Dit wilden ze doen door mensen bewust te maken van de negatieve kanten van een kapitalistische maatschappij.
Sociale verandering is bij al hun theorieën hun doel.

35
Q

Waarom is de Frankfurter Schule voorstander van kunst?

A

Uitingen in de kunst en cultuur maakt veel duidelijk over de maatschappij, waardoor je de maatschappij beter kan gaan begrijpen.

36
Q

Hoe denkt Walter Benjamin over kunst?

A

Het echte authentieke kunstwerk in het hier en nu heeft een bepaalde uitstraling; een aura.
Bij een plaatje van een kunstwerk is er sprake van verlies van dat aura > onttovering van de kunst.
Door technische reproduceerbaarheid wordt kunst steeds meer toegankelijk en verweven met het leven (i.p.v. afstandelijk en elitair).

37
Q

Wat betekent onttovering van de kunst?

A

Door het verval van de aura van een kunstwerk eindigt de schoonheidscultus.

38
Q

Wat is het gevolg van warenfetisjisme, voor de kunst?

A

Kunst wordt een belegging.

39
Q

Waarom ontstaat er volgens Walter Benjamin onttovering van de kunst in de film?

A

Een film is duur om te produceren, omdat er veel geld terugverdient moet worden kan de filmmaker niet precies maken wat hij wil maken, maar moet hij rekening houden met dat wat het grote publiek wil zien.

40
Q

Wie was de bedenker van de F-scale, een test waarmee je kunt testen of je gevoelig bent voor het facisme?

A

Theodor Adorno.

41
Q

Hoe denkt Theodor Adorno over kunst?

A
  • Kunst moet iets zeggen over onze maatschappij, kunst moet aan het denken zetten. We hoeven niet per se te genieten van kunst.
  • Hoe meer we bewust worden van de dingen die niet kloppen in onze maatschappij, hoe meer we bereid zijn om te veranderen.
  • Kunst is een van de laatste plaatsen waar nog een authentieke ervaring mogelijk is.
42
Q

Wat is de gedachte van Theodor Adorno over moderne kunst?

A

Adorno verdedigt de moderne kunst: kubisme vind hij mooi omdat dit toont dat de maatschappij gefragmenteerd en chaotisch is.

43
Q

Waar heeft de socioloog Bordieu onderzoek naar gedaan, en waarom?

A

Onderzoek: hoe zie je smaak terug in verschillende sociale klassen?
>De elite heeft zich altijd onderscheiden door kunst en de smaakt van kunst.
Dat is cultureel kapitaal wat je kan helpen in je carrière.
Cultureel kapitaal kun je wel aanleren, maar het is erg lastig.

44
Q

Wat is populaire esthetica?

A

Je beoordeeld een kunstwerk op basis van de rol dit het speelt in het dagelijks leven.
Bijvoorbeeld: passen de kleuren van een kunstwerk mooi bij het interieur?

45
Q

Wat is dominante esthetica?

A

Je beoordeeld een kunstwerk op basis van formele kwaliteiten, als een expert.
Bijvoorbeeld: je kijkt naar het leven van de kunstenaar, de tijd waarin het werk is gemaakt en naar wat de kunststroming is.

46
Q

Wanneer is iets kunst volgens Arthur Danto?

A

Dat wordt bepaald door de instituties (musea, galeries, kunstcritici).
Kunst is kunst omdat de kunstwereld dat zo ziet.

47
Q

Hoe kun je volgens Arthur Danto verklaren waarom iets kunst is, terwijl iets wat er exact op lijkt geen kunst is?

A
  • Kunstfilosofie is hiervoor belangrijk: kunstfilosofen moeten de hele kunstgeschiedenis kennen om uit te leggen waarom bepaalde werken kunst zijn.
  • Sommige kunstwerken moeten in een bepaalde tijd gemaakt worden omdat de kunstwereld er op dat moment klaar voor is.
  • Daarom snappen gewone mensen kunst niet altijd, ze zijn geen experts.
48
Q

Hoe denkt Arthur Danto over conceptuele kunst?

A

Danto verdedigt de conceptuele kunst.
In de conceptuele kunst verdwijnen langzaamaan de kunstobjecten ten gunste van de filosofie, waardoor er uiteindelijk alleen nog theorie overblijft (dit idee komt overigens van Hegel).

49
Q

Wat zijn volgens Hegel de 3 grote periodes van kunst?

A
  1. Symbolische kunstvorm
    De vorm is niet aangepast aan het idee (zoals een piramide).
  2. Klassieke kunstvorm
    De vorm en de inhoud vallen samen.
    >Dit is de hoogste trap in de verzinnelijking van de kunst.
  3. Romantische kunstvorm
    Religieuze taken van kunst raken op de achtergrond.

Hierna zou de kunst overgaan in de filosofie volgens Hegel.
>Alle materialen zijn uitgeprobeerd, alle is al eens gedaan.

50
Q

Welke kritiek kun je hebben op de theorie van Danto?

A

Theorie: kunst zal op gaan lossen in filosofie.

Kritiek:

  • Danto houdt geen rekening met kunstenaars die niet binnen een stroming passen.
  • Danto houdt geen rekening met andere culturen.