Kunstbegrippen Flashcards

1
Q

Voorstelling

A

Alles wat er te zien is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Voorstelling -> soorten beeldende kunstwerken

A

een schilderij, tekening, foto, beeldhouwwerk, installatie of videokunstwerk.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Figuratief kunstwerk

A

Een herkenbare voorstelling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Figuratieve genres

A

een portret, een landschap of een stilleven.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Abstract kunstwerk

A

Nadruk op lijnen, vormen en kleuren, zonder dat deze verwijzen naar iets herkenbaars in de
werkelijkheid.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

De vormgeving aspecten

A
  • vorm
  • kleur
  • licht
  • ruimte
  • compositie.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

vorm

A

kunstwerk ruimtelijk of plat
De vormen kunnen figuratief of volledig abstract zijn.
vormsoorten:
- geometrisch (wiskundige vormen)
- organisch (vloeiende vormen die doen denken aan de natuur)
- gestileerd (sterk vereenvoudigde, geabstraheerde, maar nog steeds herkenbare
vormen).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Kleur

A

**De primaire kleuren: ** geel, rood en blauw.

2 primaire kleuren mengen -> secundaire kleuren oranje, paars en groen (zuivere kleuren)

3 primaire kleuren mengt (minder zuivere kleuren)

Koude kleuren: Kleuren waarin de component blauw overheerst.
Warme kleuren: Kleuren waarin de component rood of geel overheerst.
Zwart en wit (geen kleuren) -> spelen rol bij het lichter en donkerder maken van kleuren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

kleur contrasten

A

Kleurcontrast -> tegenstellingen tussen kleuren.
- Werken als blikvanger.

complementair contrast: Het contrast van
kleuren die in de kleurencirkel recht tegenover elkaar staan. blauw – oranje, rood – groen en geel –paars.

warm-koud contrast: Als koude kleuren tegenover warme kleuren zijn geplaatst.

licht-donkercontrast: Het contrast tussen lichte en
donkere kleuren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Licht

A

Een ruimtelijk werk ziet er anders uit bij veranderende lichtval

Schaduw door textuur kan belangrijk zijn voor de uitstraling van het werk.

In tweedimensionaal werk -> weergeven van licht en schaduw.
Eigenschaduw: Schaduw die je ziet op de niet- belichte kant van een object. -> verhoogt de plasticiteit.

Slagschaduw: Schaduw van een object op een ondergrond of ander object.

Clair-obscur: Sterke contrasten tussen licht
en donker in een tweedimensionaal werk.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

ruimte

A

Driedimensionale kunstwerken nemen letterlijk ruimte in. -> je kunt er omheen lopen en het werk analyseren in relatie tot zijn omgeving.

Een sokkel: Vaak bedoeld om wat meer
afstand tussen object en omgeving te creëren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

tweedimensionaal werk ruimtesuggestie
Verschillende manieren om in tweedimensionale kunstwerken ruimtelijkheid te suggereren:

A
  • Kleurperspectief — wat dichtbij is heeft fellere, zuiverder, kleuren dan wat ver weg is.
  • ** Lijnperspectief** — een wiskundig onderbouwde techniek om diepte te suggereren door lijnen die naar een verdwijnpunt toelopen en voorwerpen die naar de horizon toe verkleind worden.
  • Groot-klein — de voorwerpen of onderwerpen op de voorgrond worden groter afgebeeld dan voorwerpen die verder weg staan.
  • Overlapping het ene voorwerp staat voor, en overlapt, het andere voorwerp.
  • Eigenschaduw — verhoogt de plasticiteit van objecten.
  • Afsnijding — de voorstelling lijkt door te lopen buiten de rand van de afbeelding. Hierdoor ontstaat de suggestie dat er meer ruimte is dan er is afgebeeld.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Compositie

A

Ordening van alle vormgevingsaspecten in een kunstwerk heet compositie. ->** vlakverdeling**

De driehoeks-compositie: In een driehoek. Staat voor evenwicht.

symmetrische compositie: Beide kanten gelijk. Staat voor evenwicht.

Centrale compositie: een verticale spiegel-as en een horizontale midden-as.

Asymmetrische compositie: Niet-symmetrisch waarbij het aandachtspunt uit het midden ligt.

Diagonale compositie: is een tweedeling van
het vlak doormiddel van een diagonale beeldas. Behoort tot de dynamische compositie

overall-compositie: Geen specifiek
punt in het beeld- vlak waar alle aandacht
naartoe trekt.

Bewegingscompositie: blikrichtingen en ledematen, of lijnen en vormen aan elkaar
gekoppelt worden en een illusie van beweging
geven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

materialen en technieken

A

traditionele materialen voor ruimtelijke kunst zijn marmer, brons, hout of aardewerk.

Een kunstschilder kan werken met olieverf, aquarelverf, acrylverf, etc.

De materialen vragen elk een eigen techniek.

nauwkeurig en precies / ruig en expressief
realistische textuur / expressieve textuur
Glad / textuur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly