Kunst Herhaling 3,4 + HS 2,3 Flashcards

1
Q

esthetisch

A

wat met schoonheid te maken heeft

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

gedragsoordeel

A

oordeel dat gebaseerd is op hoe vaak je ermee in contact komt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

gevoelsoordeel

A

oordeel dat gebaseerd is op wat je erbij voelt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

kennisoordeel

A

oordeel dat gebaseerd is op wat je er al over weet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

lineair

A

met nadruk op het gebruik van de lijnen in de opbouw van het beeld

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

klankkleur

A

timbre, het kenmerkende van een klank

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

kleurperspectief

A

illusie van ruimtelijkheid aan de hand van verschillende ‘plannen’ met elk een dominante kleurtoon

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

kleurtonaliteit

A

opbouw van kleuren boven elkaar en de effecten daarvan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

picturaliteit

A

in de opbouw van het beeld wordt de nadruk gelegd op de schilderachtige kwaliteit van de kleuren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

prisma

A

driehoekige glasconstructie die gebruikt kan worden om licht te breken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

spectrum

A

kleurenband bij ontleding van licht, alle kleuren van de regenboog

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

synesthesie

A

vermenging van de zintuigen, een zintuigelijke ervaring die opgewekt wordt door een prikkel van een ander zintuig

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

verzadiging

A

mate waarin een kleur intensiteit heeft

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

clair-obscur

A

sterk licht-donkercontrast met weinig geleidelijke overgangen tussen licht en donker

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

diffuus licht

A

gelijkmatige verdeling van het licht, zodat er geen harde schaduwen vallen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

modelé

A

techniek om volume te geven aan voorwerpen/figuren met licht en schaduw

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

neo-gotisch

A

van de neo-gotiek: een 19e-eeuwse romantische kunststroming, voornamelijk in de bouwkunst, die zich vanuit een hang naar het verleden op de middeleeuwse gotiek inspireerde

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

paneel

A

vlak houten bord waarop geschilderd wordt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

plasticiteit

A

suggestie van aanvoelbare ruimte of volume bij afgebeelde voorwerpen of figuren. De reliëfkenmerken en driedimensionale eigenschappen vor een vorm die voogesteld wordt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

polijsten

A

glanzend en gladschuren van een oppervlak

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

sfumato

A

schildertechniek waarbij de contourlijnen in lichte nevel lijken gehuld

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

tactiliteit

A

hoe iets aanvoelt, de voelbaarheid van voorwerpen, in de kunst de suggestie van de stoffelijke kwaliteiten van het oppervlak van voorwerpen die afgebeeld worden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

abstracte kunst

A

kunst die niets voorstelt uit de ons omringde werkelijkheid en de nadruk legt op beeldcomponenten zoals vormen, lijnen en kleur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

anatomie

A

kennis van de bouw van het lichaam

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
biomorfe vormen
organische vormen, met decoratieve lijnen geïnspireerd op de natuur
26
canvas
schildersdoek
27
contourlijn
omtreklijn
28
geometrisch
meetkundig
29
lijnperspectief
toepassing van vluchtlijnen die snijden in een vluchtpunt om ruimtelijke illusie te creëren
30
lineaire kunst
kunst waarbij de nadruk ligt op het gebruik van de lijnen
31
overlapping
meest eenvoudige vorm van perspectief, waarbij de ene figuur de andere overlapt
32
perspectief
dieptezicht, de manier om ruimte en driedimensionaliteit weer te geven op een plat vlak
33
silhouet
figuur die enkel door omtreklijnen wordt afgebeeld, zoals een schaduwbeeld
34
vluchtlijnen
lijnen die samenkomen in een vluchtpunt en zo ruimtelijke illusie creëren binnen een plat vlak
35
vluchtpunt
punt waar de vluchtlijnen elkaar snijden, vormt samen met de vluchtlijnen het lijnperspectief
36
compositie
manier waarop de beeldelementen of onderdelen tot een geheel zijn geordend
37
dynamische kunst
kunst die door een ongelijkmatige verdeling veel beweging en onrust uitstraalt
38
statische kunst
kunst die door een gelijkmatige verdeling rust en evenwicht uitstraalt
39
installatiekunst
driedimensionale kunstwerken, samengesteld uit verschillende onderdelen, die door een gebrek aan een kader of sokkel de omgeving betrekken bij hun beleving
40
kinetische kunst
kunst(stroming) die volledig gericht is op beweging
41
aniconisme
afwezigheid van beelden
42
aspectivisme
vorm van afbeelden waarbij de verschillende onderdelen van een object tegelijkertijd worden getoond
43
conventie
gangbare of verwachte manier van handelen binnen een groep of gemeenschap
44
oeuvre
gezamelijke werken van een kunstenaar
45
diepdruk
grafische druktechniek waarin de kleine verdiepte uitsparingen de inkt vasthouden
46
doordruk
grafische druktechniek (waaronder zeefdruk) waarbij de inkt door de open delen van de drukvorm wordt gedrukt
47
en plein air
buiten, in openlucht (verwijst naar het buiten, ter plaatse schilderen)
48
fresco
muurschildering met verf op een natte kalklaag
49
glas in lood
vensterraam bestaande uit stukken glas in loodlijsten
50
grafiek
(prentkunst) verzamelnaam voor alle soorten kunst die door middel van een afdruktechniek worden gemaakt
51
hoogdruk
grafische druktechniek waarbij de delen die de afdruk moeten vormen, verhoogd worden aangebracht worden op de drukvorm
52
ondertekening
tekening of schets die op de grondlaag van een schilderij wordt aangebracht voordat er geschilderd wordt
53
pentimento
fysiek bewijs van aangebrachte veranderingen van een kunstenaar, die duidelijk worden wanneer delen van een overgeschilderd schilderij zichtbaar worden
54
pigment
natuurlijke of chemische stof die licht in bepaalde kleuren absorbeert en in andere kleuren reflecteert
55
tempera
verf op basis van een mengsel van fijngemalen kleurstof en verdund eigeel
56
vlakdruk
grafische druktechniek waarbij de af te drukken delen op gelijke hoogte liggen met de niet af te drukken delen
57
icoon
Grieks-orthodoxe afbeelding van Christus, Maria of heiligen, geschilderd op een houten paneel volgens strenge kerkelijke regels, waaraan een spirituele waarde wordt toegeschreven
58
architraaf
dwarsbalk als bouwelement in de architectuur, vaak versierd met reliëfs
59
pendentief
bolle of holle driehoek die de hoek van een vriekante ruimte doet aansluiten bij een ronde koepel
60
assemblage
samenstelling van verschillende voorwerpen en/of materialen van diverse herkomst, voornamelijk sinds het dadaïsme
61
plastiek
driedimensionale kunstwerken
62
bozzetto
studiemodel op klein formaat
63
polijsten
glad en glanzend maken door schuren en/of slijpen, schaven
64
cassetteplafond
plafond dat bestaat uit verdiepte vierkante of rechthoekige vlakken
65
polychromie
beschildering van bouw- en beeldhouwwerken met veel kleuren
66
ciseleren
fijne reliëfversieringen in metaal aanbrengen
67
reliëf
beeldverhoging of -verdieping (hoog, diep en vlak reliëf)
68
matrijs
mal
69
ronde bosse
vrijstaand beeld
70
non-finito
beeldhouwtechniek, betekent dat het werk onvoltooid is
71
stucco
architecturale decoratieversiering
72
pantograaf
werkinstrument waarmee een kunstenaar het ontwerp op klein model met behoud van de correcte proporties vertaalt naar een groot kunstwerk
73
patina
dunne laag op een bronzen oppervlak die beschermt tegen corrosie
74
taille directe
beeldhouwtechniek waarbij de kunstenaar rechtstreeks in steen of hout kapt
75
taille indirecte
beeldhouwtechniek gebaseerd op de reproductie van een klei- of gipsmodel via nauwkeurige metingen met een instrument
76
terracotta
keramiek, aardewerk
77
Allegorie
Manier om abstracte ideeën of emoties te verbeelden met verhalen, personages of beelden die iets anders vertegenwoordigen.
78
Archetype
Universeel, terugkerend patroon of motief dat een fundamentele menselijke ervaring of thema vertegenwoordigt.
79
Iconografie
Studie van het onderwerp van kunstwerken
80
Iconologie
Studie van de oorsprong en de evolutie van symbolen
81
Symbool
Waarneembaar teken of voorwerp dat iets abstracts uitbeeldt
82
Attribuut
Symbool in de beeldende kunst in duidelijk te maken welke persoon of figuur is afgebeeld
83
Aureool
= Stralenkrans = ring van licht om het hoofd van goddelijke of heilige personen
84
Gulden driehoek
Driehoek waarbij de verhouding tussen de korte en de lange zijdes de gulden snede vormt
85
Oculus
= oog = cirkelvormige opening in de top van een koepel = rond raam
86
Pestheilige
Heilige die de gelovigen moest beschermen tegen ziekten zoals de pest en lepra
87
Rotatie symmetrie
Eigenschap dat een object identiek blijft na een bepaalde rotatie