Kunst Flashcards

1
Q

Exposeren

A

Tentoonstellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Experimenteren

A

Uitproberen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Contrasteren

A

Tegenstellend

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Consequent

A

Een bepaalde handelswijze steeds volgen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Realistisch

A

Rekening houdend met de werkelijkheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Dramatisch

A

Aangrijpend, erg

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Eensgezind

A

Als je over iets hetzelfde denkt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Portretteren

A

Afbeelden, er een portret van maken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Speculeren

A

Dingen bedenken die misschien waar zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Gissen

A

Vermoeden, raden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Prominent

A

Belangrijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Idealiseren

A

Iets belangrijker voorstellen dan de werkelijkheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

In alle staten zijn

A

Opgewonden zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Per se

A

Met alle geweld, beslist

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

In rep en roer

A

In grote opschudding

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Tentoonstellen

A

Exposeren

17
Q

Uitproberen

A

Experimenteren

18
Q

Tegenstellend

A

Contrasterend

19
Q

Een bepaalde handelswijze steeds volgen

A

Consequent

20
Q

Rekening houdend met de werkelijkheid

A

Realistisch

21
Q

Erg

A

Dramatisch

22
Q

Als je over iets hetzelfde denkt

A

Eensgezind

23
Q

Afbeelden, er een portret van maken

A

Portretteren

24
Q

Dingen bedenken die misschien waar zijn

A

Speculeren

25
Q

Vermoeden, raden

A

Gissen

26
Q

Belangrijk

A

Prominent

27
Q

Iets belangrijker voorstellen dan iets in werkelijkheid is

A

Idealiseren

28
Q

Opgewonden zijn

A

In alle staten

29
Q

Met alle geweld, beslist

A

Per se

30
Q

In grote opschudding

A

In rep en roer