Kruiswoordraadsel + extra artikels (13/10) Flashcards

1
Q

een confrontatie

A

een onaangename ontmoeting

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

een trekpleister

A

toeristische publiekslokker

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

een horde

A

grote groep

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

een apotheose

A

indrukwekkend hoogtepunt als einde van iets

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

commotie

A

situatie waarbij iedereen opgewonden of ontsteld over iets is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

een hang naar

A

geneigdheid of behoefte om

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

een uitwas

A

onaanvaardbaar gevolg/resultaat van een ontwikkeling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

(goed) gedijen

A

zich goed ontwikkelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

regulatie

A

regeling, vaste regels en wetten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

beklijvend

A

blijven hangend

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

etaleren

A

iets uitdrukkelijk laten zien/tonen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

iets schuwen

A

iets ontwijken uit angst of afkeer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

expliciet

A

uitdrukkelijk, zodat het heel duidelijk is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

achteloos

A

nonchalant, onnadenkend

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

zich ergens inwurmen

A

ergens met veel moeite ingeraken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

iets is beklonken

A

iets is overeengekomen, beslist

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

valutaschommeling

A

schommeling in de waarde van een munteenheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

een bareel

A

een slagboom

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

omstandig

A

breedvoerig, uitgebreid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

inhaleren

21
Q

iets ontberen

A

iets missen

22
Q

reflectie

A

overdenking, het ergens over nadenken

23
Q

een levensader zijn voor

A

figuurlijk: iets waar (economisch) leven van afhangt, wat welvaart brengt

24
Q

een citaat

A

woorden van iemand die letterlijk aangehaald worden

25
legitimatie
bewijs dat je aanwezigheid gerechtbaardigd is, een doel heeft
26
tig keer
een groot aantal keer
27
stuntelig
onhandig
28
een meltdown
het smelten van de lading van een kernreactor
29
een sarcofaag
een betonnen omhulsel waarin de kernreactor wordt afgeschermde van de buitenwereld
30
een diagnose
vaststelling van een ziekte op grond van de verschijnselen
31
saneren
figuurlijk iets gezond maken, zuiveren, weer op orde stellen.
32
collectief
gemeenschappelijk
33
escapisme
drang om te vluchten uit het alledaagse
34
reconstructie
iets wat in oorspronkelijke vorm is hersteld
35
morbide
ziekelijk geobsedeerd, pervers
36
genocide
volkerenmoord
37
voyeurisme
ziekelijke neiging anderen te begluren
38
gestaag
voortdurend, aanhoudend
39
piëteitsvol
vol liefdevolle gedachtenis
40
therapie
behandelmethode voor (psychische) aandoening
41
trauma
psychologisch letsel n.a.v. schokkende gebeurtenis
42
authentiek
echt
43
helen
genezen
44
nostalgie
heimwee naar iets uit het verleden
45
memoriaal
gedenkteken
46
inclusief
inbegrepen
47
hengstenfeest
vrijgezellenfeest
48
schrijn
mooi versierde kist met menselijke overblijfselen
49
marketeer
iemand die producten, ideeën, trends promoot