Krachten en elektriciteit Flashcards

1
Q

Hoe noem je de kracht die je spieren uitoefenen

A

Spierkracht Fsp

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Hoe noem je de kracht die de aarde op iets uitoefent?

A

Zwaartekracht Fz

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is de eenheid van Kracht en hoeveel gram is 1 newton

A

de eenheid van kracht is Newton en 100 gram is (ongeveer) 1 N

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoe heet de lijn die de kracht aangeeft in een plaatje en welke regels moet je aan houden

A

Vektor en er zijn 3 regels.
1. De richting van de pijl geeft aan in welke richting de kracht werkt

  1. De plaats waar je de pijl laat beginnen is het aangrijpings punt
  2. De lengte van de pijl geeft aan hor groot de kracht is
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Er is 1 punt waarmee een voorwerp in balans is hoe heet dat?

A

Zwaartepunt Z

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hoe noem je de kracht die hetzelfde gevolg heeft als alle krachten samen?

A

Resultante

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hoe wordt het constante getal genoemt die je krijgt als je een veer uitrekt en hoe bereken je het

A

Veerconstante en je berekent het door kracht/uitrekking of in symbolen
C=F/u

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hoe bereken je de kracht die er nodig is op een wip om het in evenwicht te houden?

A

Kracht x arm (links)= kracht x arm (rechts)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Hoe noem je veerkracht die een elastiek maakt.

A

Veerkracht F. F staat voor force en ontstaat als elastische voorwerpen worden vervormt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Hoe bereken je druk

A

Druk=kracht/oppervlakte
Of in symbolen p=F/A
En dan krijg je dan (N/m2)
1 N/M2 = 1 Pa (pascal)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Hoe noem je de grootte van de stroomsterkte en hoe meet je het?

A

De eenheid voor stroomsterkte is Ampere (A) of milli-ampere (mA)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is weerstand en hoe bereken je het?

A

Weerstand is als je bv een achterlicht van een auto hebt schijnt die minder fel dan de koplampen. Toch zijn ze aan dezelfde accu verbonden. Dat komt doordat er verschillende draden zijn gebruikt. Door de ene gaan de elektronen makkelijker dan de andere

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Hoe bereken je weerstand?

A

Weerstand=spanning/stroomsterktr
Of in symbolen R=U/I

En de eenheid is Ohm

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Hoe bereken je de weerstand in een serie?

A

Rv=R1+R2+R3

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Hoe bereken je weerstand in een parallelen stroomkring?

A

1/Rv=1/R1+ 1/R2+1/R3

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Hoe bereken je het aantal elektrische energie dat een apparaat per seconde verbruikt en hoe bereken je dat?

A

Vermogen (P) en de bijbehorende eenheid is watt (W)

Je berekent het vermogen door spanning x stroomsterkte te doen en de uitkomst is in Watt en in symbolen P=UxI

17
Q

Leg uit wat soortelijke weerstand is en hoe bereken je het

A

Om stroom te transporteren gebruikt men metalen. Maar alle metalen hebben een andere weerstand. Om dat aan te kunnen geven genruik je het begrip soortelijke weerstand en de formule is R=pxl/A