KOUDE OORLOG Flashcards
H4: Italië en Fascisme
Geef de historische situering van het begrip ‘fascisme’
! Actuele, politieke betekenis is niet dezelfde als de historische
- enkel de Italiaanse variant van een rechts-autoritaire dictatuur
- duidelijk verschil tussen fascisme en nationaal-socialisme
- omschrijving voor alle rechts-autoritaire stromingen tijdens het Interbellum: Nieuwe Orde-bewegingen
Nieuwe Orde => kenmerken
- autoritair of totalitair
- anti - communistisch
- anti - liberaal
- leidersprincipe
- militaristisch
- macht / kracht / wil / dadendrang
kenmerk (N O) Waarrond is een mythe opgebouwd?
Verhaal verzonnen met kern van waarheid
Wat betekent ‘autoritair’?
Totaliteit menselijk bestaan gecontroleerd
Wat betekent ‘totalitair’?
dictatuur MAAR slaagt er niet in om totaliteit in menselijk bestaan te controleren. (bv. Mussolini)
Italië na WO I
- economische crisis en sociale onrust
- politieke polarisatie en instabiliteit
- extreme corruptie (Maffia)
- Italië wordt vernederd te Versailles.
Mussolini => wie
- oud strijder + journalist
Mussolini => in WO I
nationalistisch en anti - communistisch
Mussolini => Hoe aan de macht? reden?
Legaal aan de macht maar niet democratisch
reden
- in het begin wou hij geen democratie
- mensen bedreigd
- aan macht: schaft democratie af
wat doet mussolini na machtsovername?
- benoemingspolitiek
- einde constitutionele politiek
- eenheidspartij Italië
- vervolging andersdenkenden (democraten, communisten)
aspecten fascistische dictatuur Italië
- autarchie (graanslag)
- werkloosheid oplossen
- wapenwedloop
- demografische politiek
Buitenlandse politiek Italië
- Mare Nostrum idee (imperialisme)
- agressieve koloniale politiek: Lybië, Eritrea, Somalia
- aanvalsoorlog: Duitsland, Japan, Rusland, Balkan
Verdrag van Lateranen
Vaticaan = onafhankelijk
- geldelijke steun van Italië
- katholicisme = staatsgodsdienst
gevolg einde Italiaanse fascisme
- M gearresteerd
- RSI
Wat is Weimarrepubliek?
democratische regeringsvorm die Duitsland aannam na de val van het Duitse Keizerrijk aan het einde van de Eerste Wereldoorlog.
Wat gebeurde in deze periode?
Politieke landscap kreeg een linkse en rechtse partijen
linkerzijde
Sociaaldemocratische Partij (SPD): Voorstander van gematigd socialisme en hervormingen op het gebied van arbeidsrechten en sociale zekerheid.
Communistische Partij (KPD): Streven naar oprichting van een socialistische samenleving en tegen het kapitalistische systeem.
Onafhankelijke Sociaaldemocratische Partij (USPD): Afsplitsing van de SPD, pleitte voor een meer radicale socialistische agenda.
Rechterzijde
Duitse Nationale Volkspartij (DNVP): Conservatieve partij die de belangen van de landadel en conservatieve elite vertegenwoordigde, tegen de liberale democratie.
Nationaalsocialistische Duitse Arbeiderspartij (NSDAP): De nazi-partij met nationalistische en antidemocratische tendensen.
opkomst van de NSDAP en de machtsovername (1923 - 1933)
De NSDAP, onder leiding van Adolf Hitler, kwam op in Duitsland tijdens een economische crisis en politieke instabiliteit. Door middel van propaganda en nationalistische retoriek vergaarde de partij steun, vooral onder de middenklasse en veteranen. Na winst bij verkiezingen werd Hitler in 1933 benoemd tot rijkskanselier, waarna hij zijn macht consolideerde en een totalitair regime, het Derde Rijk, vestigde.
Mit Brennender Sorge
- = ‘Met brandende bezorgdheid’
- = encycliek van Paus Pius XI
- toestand van de katholieke Kerk in Duitsland in de tijd van het nationaalsocialisme.
fascisme
Fascisme streeft naar een totalitaire staat.
Ideologie die massaliteit, menselijke ongelijkheid, absoluut leiderschap, nationalisme streeft.
nationalisme
richt zich voornamelijk op de vaderlandsliefde het belang van het herstel van het verleden voor een natie.
wat in IT wat in DU
fascisme = Italië / nationaal-socialisme = DU
nationaalsocialisme
= nazisme
dictatuur die DU beheerste