Kontrollfragen Jahrhundertwende Flashcards
1
Q
Noem drie kenmerken van het fien de siècle
A
Sociale conflicten
Optimisme vs eindtijdstemming
Versnelling ontwikkeling wetenschap en techniek
2
Q
Wat betekend l’art pour l’art?
A
Kunst moet autonoom worden en niet tegemoetkomen aan doelen die erbuiten liggen
3
Q
Noem drie kunst stromingen van het modernisme en hun kenmerken
A
- Expressionisme: veel kleur, angst/nood wo1, hectische leven in een grote stad
- Dadaïsme: anti-kunst, ga os in de wereld en verstrekking van de mens symboliseren
- Kubisme: voltrekt de overgang naar abstracte kunst
4
Q
Welke twee literaire stromingen werken rond de autonomie van taal? Noem twee vertegenwoordigers
A
- Expressionisme: Wolkenstein + von Hoddis
- Dadaïsme: Ball + Schwitters
5
Q
Wat betekent de nieuwe zakelijkheid. Noem twee vertegenwoordigers
A
Zakelijk, nuchter, observerend
Brecht en Remarque