knm inleiding Flashcards
1
Q
maatschappij
A
society
2
Q
horen
A
belong (object and subject are reversed)
3
Q
voorbereiden
A
prepare
4
Q
verdelen
A
divide
5
Q
daarna
A
afterwards
6
Q
herhalen
A
to repeat
7
Q
manier
A
manner
8
Q
zetten
A
put
9
Q
opdrachten
A
exercises
10
Q
toets
A
test
11
Q
vertaalde
A
translated
12
Q
uitleg
A
explanation
13
Q
meerdere
A
multiple
14
Q
gegevens
A
data
15
Q
inleiding
A
preface
16
Q
het behalen
A
achieving
17
Q
enige doel
A
sole purpose
18
Q
werkelijke
A
actual
19
Q
werkelij
A
actual
20
Q
voelen
A
to feel
21
Q
gemak
A
ease
22
Q
enerzijds
A
on the one hand
23
Q
anderzijds
A
on the other hand
24
Q
vooral
A
especially
25
ervaringen
experiences
26
uitwisselen
exchange
27
onderwerpen
subjects
28
eindtermen
final objectives
29
aansnijden
broach (a subject)
30
tevens
also, at the same time
31
houdt tevens in dat
also means that
32
volgorde
order
33
waarin
wherein
34
aanbieden
present
35
aangeboden
presented
36
wijkt af van
differs from
37
leefwereld
living world
38
sluit meer aan bij mijn leefwereld
more in line with my world
39
borduren voort op
build on
40
uitgebreide
extensive
41
beschikbaar
available
42
algemene
general
43
Daarnaast
in addition
44
afhankelijk van
depending on
45
samenstelling
composition, formation, structure
46
het niveau
level
47
beschikbar(e)
available
48
interessegebieden
areas of interest
49
doornemen
go through
50
de stof
subject matter, material
