Kleurenleer Flashcards
In de kleuranalyse slaat ondertoon zowel op de eigenschap van een kleur als van een persoon. Een kleur kan koel zijn of warm, iemand kan tot een koel of tot een warm type behoren. Maak de volgende zinnen af:
Mensen met een koele ondertoon hebben een …
Mensen met een warme ondertoon hebben een …
Pigmenten voor de warme ondertoon zijn opgebouwd uit …
Mensen met een koele ondertoon hebben een blauw pigment in de huid
Mensen met een warme ondertoon hebben een geelpigment in de huid
Pigmenten voor de warme ondertoon zijn opgebouwd uit rood
Een foute pigmentatie kan bij de volgende voorkomen:
Een koele ondertoon blauw (mens) + rood (pigment) =
paars
Een warme ondertoon geel (mens) + blauw/geel (pigment) = groen
Hoe kan je bepalen of jouw klant een warme of een koele ondertoon heeft?
Door een druppeltjes pigment op de binnenkant van de pols van jouw klant te plaatsen. Het pigment moet je goed uitsmeren zodat je een goede indruk krijgt van de kleur van het pigment en of deze bij jouw klant past.
Hoe herken je of iemand warm of koel is? Noem de punten op (let op, de klant hoeft niet aan alle punten te voldoen)
Bij een koelpersoon:
- Voornamelijk geboren met bruin haar (en varianten daarop)
- Het oogwit is goed wit (Hoe ouder de persoon, hoe troebeler het oogwit)
- Aderen op de pols zijn goed zichtbaar en tonen echt blauw
- Sproetjes zijn bruin van kleur
- Tatoeages (zwart) tonen ietswat grijs of blauw
- Couperose is goed zichtbaar
Bij een warm persoon:
- Voornamelijk geboren met rood haar (varianten daarop)
- Het oogwit is troebeler
- Aderen op de pols zijn minder goed zichtbaar en tonen minder blauw
- Sproetjes zijn meer oranje gekleurd
- Tatoeages (zwart) tonen groen.
Welke kleuren zijn warme kleuren?
Rood, oranje en geel
Welke kleuren zijn koude kleuren?
Groen, blauw en paars
Wat zijn vertroebelde kleuren?
Kleuren die vermengd zijn met zwart worden donkerder. Ze zien er vaak somber uit.