Klassieke school Flashcards

1
Q

Wat verklaart de klassieke school?

A

Mensen zijn rationele wezens, ze handelen uit vrije wil.
Hedonisme = poging om eigen genot te verhogen d.m.v. het plegen feiten.
Mensen kunnen een onderscheid maken tussen goed en kwaad. De straf voor hun daden is verdiend. Verklaring voor maatschappelijke reactie is een contractbreuk.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat verklaart de klassieke school niet?

A

Houdt geen rekening met de onderliggende oorzaak van het delinquent gedrag. Mensen handelen niet altijd rationeel, ook emotioneel gestuurd. Er wordt geen rekening gehouden met individuele factoren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Welke beleidsimplicatie zou de klassieke school geven?

A

Belang van afschrikking door strengheid, snelheid en zekerheid. Beleid uitwerken van correct bestraffen en consequent toekennen van straffen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat verklaart het positivisme?

A

Lombroso: abnormaliteit moet worden verklaard door vergelijking met het normale. De mens kan worden verbeterd door toepassing van wetenschappelijke methodes.
Determinisme: oorzaak ligt bij de persoon of externe krachten.
Het individu moet worden behandeld om hem te normaliseren. Justitieel niet bestraffen, maar behandelen. Het biologische positivisme stelt dat falen en succes gevolgen zijn van specifieke eigenschappen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat verklaart het positivisme niet?

A

Verklaart het consensusmodel niet. Definities van criminaliteit worden niet in vraag gesteld. Mensen zijn biologische wezens maar er is geen direct verband tussen biologie en criminaliteit.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Welke beleidsimplicaties zou het positivisme geven?

A

Development crime prevention: deze theorie hecht belang aan het vroegtijdige ingrijpen op basis van risicofactoren.
Drukt op het belang van behandelen, niet bestraffen. De straf moet proportioneel zijn aan de gevaarlijkheid van de dader.
Doen van biologisch onderzoek bij vb. Recidivisten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat verklaart de anomietheorie?

positivistische theorie

A

Meeste mensen leven in een gemeenschappelijk waardensysteem. Hierbinnen zoeken zij de meest geschikte middelen om hun doelen te bereiken.
Merton: anomie bestaat indien er geen afstemming is tussen doelen en middelen die mensen ter beschikking hebben om hun doelen te bereiken. De sociale structuur beperkt de mogelijkheden.
Vooral in ongeorganiseerde samenleving. Zonder toegang tot aanvaardbare middelen gaat men andere oplossingen zoeken.
Theorie van deviantie: mensen die criminaliteit plegen reageren ‘normaal voor de omstandigheden waarin zij leven. Alternatieve opties worden adapties genoemd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat verklaart de anomietheorie niet?

A

Verklaart de definities van criminaliteit niet. Merton gaat zich richten op de structurele kenmerken van de samenleving maar niet op de individuele.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Welke beleidsimplicatie zou de anomietheorie geven?

A

Beleid vormen waar meer focus ligt op de ontwikkeling van werkgelegenheid. Toegang tot scholen verbeteren en vroeger ingrijpen op schoolverlaters.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat verklaart de chicago school?

A

Menselijk gedrag is een product van de samenleving. Deze omgeving biedt mensen een waaier aan normen en waarden, alsook hetgeen maatschappelijk aanvaardbaar is. Verstedelijking zorgt voor vervaging van die normen waardoor concurrerende culturen naast elkaar groeien. Concurrerende ideeën over wat goed en slecht is (cultuurconflict Stellin).
In gedesorganiseerde buurten wordt criminaliteit doorgegeven door regelmatig contact met criminele tradities (culturele transmissie Shaw & McKay). Afwijken gedrag ontstaat wanneer deze gedragingen in strijd zijn met de dominante cultuur.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat verklaart de chicago school niet?

A

Onduidelijk hoe sociale desorganisatie tot criminaliteit leidt en hoe criminele tradities ontstaan. Probleem van vrije wil: nadruk op culturele transmissie laat weinig ruimte voor individuele beslissingen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Welke beleidsimplicaties zou de chicago school geven?

A

Hot spot policing en predictive policing. Voorspellen waar en wanneer er een hoge kans is op criminaliteit. Politie inzetten in gebieden waar de criminaliteit het hoogste is. Is een strategie om criminaliteit te reduceren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat verklaart de differentiële associatie?

A

Sutherland: crimineel gedrag wordt op dezelfde manier als normaal gedrag geleerd. Gaat om een interactief communicatieproces. Criminaliteit ontstaat wanneer er een overmaat is aan waarden die positief staan t.a.v. Overtreden van de wet.
Hoe groter de differentiatie in de samenleving, hoe groter de kans op criminaliteit.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat verklaart de differentiële associatie niet?

A

Veel vage concepten en definities zoals wat is een overmaat aan waarden? Er is niet concreet uitgelegd hoe het leerproces verloopt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Welke beleidsimplicatie zou de differentiële associatie geven?

A

Big brother effect: soort peter die je onder zijn hoede neemt en op het goede pad brengt. De staat kan dus trachten voldoende begeleidingscentra te voorzien zodanig jongeren op het goede pad kunnen gehouden worden en begeleid worden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat verklaart de sociale leertheorie?

positivistische theorie

A

Mensen streven naar plezier en vermijden pijn.
Akers: bestraffen en bekrachtigen zijn sociaal belangrijke concepten bij het leren van gedrag. Crimineel gedrag wordt geleerd via materiële en sociale bekrachtiging. Sociale bekrachtiging is een factor van effectief leren van gedrag. Sociale definities geven aanwijzingen bij het aanleren. Individuen hebben bepaalde maatschappelijke positie die bepaald hoe ze aan bekrachtiging worden blootgesteld.
Jeffrey: differentiële bekrachtiging = mensen hebben verschillende levenservaringen waardoor zij ook verschillende conditioneringsprocessen hebben. De belangrijkste vorm van bekrachtiging is materieel.

17
Q

Wat verklaart de sociale leertheorie niet?

A

Definities van criminaliteit worden niet in vraag gesteld. Probleem van vrije wil: mens wordt gezien als een speelbal van bekrachtiging en bestraffing.

18
Q

Welke beleidsimplicatie zou de sociale leertheorie geven?

A

Implementeren van straffen en belonen systeem in detentiebeleid.

19
Q

Wat verklaart de conflicttheorie?

A

Pluralistische conflicttheorie: verschillende groepen in samenleving met andere belangen. Machtigsten kunnen crimineel gedrag bepalen om eigen belangen veilig te stellen (lobby-groepen ). Criminaliseren van de powerless. Is een constante strijd in de samenleving over concurrerende belangen.
Marxistisch pluralisme: De klassenstrijd gaat over het bezit van productmiddelen en bestaat tussen de bezitters en bezitlozen. Criminologie betekent dat het recht een instrument is van de dominante klasse. Criminaliteit is het product van deze klassenstrijd. Mensen zonder werk hebben sneller de neiging criminaliteit te plegen.

20
Q

Welke beleidsimplicatie zou de conflicttheorie geven?

A

Werken naar het oplossen van economische en sociale ongelijkheid. In het marxistische idee zou men de lonen kunnen verlagen om meer mensen te kunnen tewerkstellen in het voordeel van kapitalisme.
Lokaal en wijkgericht beleid voeren.

21
Q

Wat verklaart de sociale controletheorie?

A

Sociale controletheorie Durkheim: verklaart hoe menden ervan weerhouden worden om crimineel gedrag te stellen. Deviantie is een normaal fenomeen. Het zorgt voor sociale controle doordat er een lage morele grens is die bepaald welk gedrag kan worden gesteld en welk niet. Gezien de grenzen zo vaag zijn gaat de sociale reactie op crimineel gedrag helpen te begrijpen dat het niet kan.
Reiss: delinquentie wordt verklaard door gebrek aan gepaste controle die zich ontwikkeld tijdens de kindertijd; afnemen of verdwijnen van interne controles; afwezigheid van regels die gelden in belangrijke significante groepen.
Containment denken Reckless: delinquentie is de wisselwerking tussen interne en externe vormen van controle (inner and outer containments) onderscheid goed en slecht zelfbeeld.
Slecht = externe controles hebben weinig effect.
Goed = individu kan tegen zwakke vormen van sociale controle en zal geen delinquent gedrag stellen.
Sociale binding denken Sykes en Matza: neutralisatietechnieken om mensen verbondenheid met maatschappelijke waarden te neutraliseren. Rechtvaardiging om morele schuld te vermijden.
Sociale binding denken hirschi: mensen zijn niet deviant. Ze zijn op een bepaald moment vrij van bindingen om crimineel gedrag te plegen. Dit is een gevolg van verzwakte verbindingen met de samenleving. Er is geen expliciete motivatie nodig voor plegen van criminaliteit (eigenbelang nastreven).

22
Q

Wat verklaart de sociale controletheorie niet?

A

Normatief standpunt over menselijke natuur is moeilijk houdbaar. Er is een onduidelijke verklaring voor criminaliteit.

23
Q

Welke beleidsimplicatie zou de sociale controletheorie geven?

A

Familietherapie, pleeggezin en opvolging. Jobfairs.

24
Q

Wat verklaart de labelingtheorie?

A

Tannerbaum: in het gedrag van personen gaat men bepaalde elementen halen en daar de focus op leggen (tagging). Dit wordt de waarheid. ‘Dramatization of evil’ met de media als voorloper. Deviant gedrag in de ene groep kan geen deviant gedrag zijn in de andere. Labelling is proces van definiëren, identificeren en afzonderen.
Lemert: labeling als oorzaak van deviantie = label leidt tot verhoogde aandacht van de omgeving. Gedrag wordt geïnterpreteerd in het kader van het label. Dat label wordt door de persoon geïnternaliseerd. Acceptatie leidt tot verderzetting van deviantie. Onderscheid primaire en secundaire deviantie.

25
Q

Wat verklaart de labelingstheorie niet?

A

Onvoldoende duidelijke verklaringen voor criminaliteit. Geen verklaring voor primaire deviantie. Waarom treedt secundaire deviantie op bij sommigen en bij anderen niet? Bespreekt radende effecten van het strafrechtsysteem niet.
Er is onvoldoende aandacht voor de relatie tussen structurele maatschappelijke problemen en de definities van criminaliteit.

26
Q

Welke beleidsimplicatie zou de labelingstheorie geven?

A

Vooral bij aanpak jongeren ze decriminaliseren en uit het strafrecht halen. Alternatieven zoeken.

27
Q

Wat verklaart de subcultuurtheorie?

A

Cohen: samenleving heeft gedeelde waarden die benadrukt worden ten koste van andere waarden. Middenklasse wordt groter en bepaald wat normaal is. Deze gedeelde waarden benadrukken dat bereiken van doelen gepaard gaat met verwerven van status (idee van de spanningsbenadering). De middenklasse heeft hier meer opportuniteit voor dan de lagere klasse.
Cloward & Ohlin: waarden benadrukken belang van succes. Er bestaan legitieme en illegitieme middelen om dit te bereiken. Gedesorganiseerde buurten leiden tot ontstaan subculturen. Onderscheid criminele bende en afgezonderde bende.
Miller: delinquente subcultuur kan verklaart worden a.d.h.v. waardensysteem van de lagere klasse. Bendes zijn belangrijke leefomgeving van jongeren. Er komen conflicten tussen deze klassen door waarden.
Subcultuur van geweld: leden ontwikkelen positieve attitude t.a.v. geweld.

28
Q

Wat verklaart de subcultuurtheorie niet?

A

Probleem van vrije wil: weinig ruimte voor individuele beslissing.
Veel onduidelijke concepten, wat zijn deze klasse

29
Q

Welke beleidsimplicaties zou de subcultuurtheorie geven?

A

Mobilization for youth: verbeteren van onderwijs in kansarme buurten.