klas 3 hfst 1 begrippen Flashcards
Achterstandswijk
Woonwijk waar de leefbaarheid tekort schiet
Agglomeratie
Een stad met de daaraan vast gegroeide voorsteden en dorpen
Aquifer
Water dragende laag In de ondergrond
Arbeidsmigrant/ economische migrant
Iemand die ergens gaat werken vanwege gebrek aan geld en werk in zijn eigen gebied
Assemblage
Het in elkaar zetten van een product
Binnenlandse migratie
Verhuizen binnen een land naar een andere gemeente
Breedteligging
De afstand van een plaats tot de evenaar
Buitenlandse migratie
Verhuizen naar een ander land
Central business district/ centrale zakenwijk/ stadscentrum
Het kantoren, winkel en uitgaansgebied van een stad
Centrale stad
De belangrijkste stad van een agglomeratie
Demografisch zwaartepunt
Het.in een land waarvan ten Oosten en ten westen en ten noorden en ten zuiden evenveel Mensen wonen
Dienstensector
Alle bedrijven die diensten verlenen
Extensieve veeteelt
Veeteelt met weinig vee per hectare
Footloose
Een bedrijf dat weinig grondstoffen gebruikt en zich bijna overal kan vestigen
Front
Grensgebied tussen twee luchtsoorten
Gentrificatie
Veranderingen in een arme woonwijk als rijkere Mensen er verwaarloosde woningen kopen en opknappen. Waardoor er minder welvarende inwoners verdrongen worden
Hightech industrie
Industrie die is gebaseerd op hoogstaande technische kennis
Hogedrukgebied
Gebied met een teveel aan lucht waar lucht wegstroomt over het aardoppervlak en wordt aangevuld met dalende lucht van boven: blauwe luchten en zon
Hooggebergte
Gebied met bergen die hoger zijn dan 1500 m
Hoogvlakte
Vlak of zacht golvend gebied dat meer dan 500 m hoog ligt
Immigrant
Iemand die een land binnenkomt om er te gaan wonen
Jong gebergte
Gebergte met hoge toppen scherpe bergkammen en diepe dalen; minder dan 65 miljoen jaar oud
Kennismigrant
Economische migrant die vanwege zijn kennis naar een ander land gaat
Kennis intensief
Er is veel vakkennis nodig om producten te maken
Laagvlakte
Gebied Zonder hoogteverschillen dat lager ligt dan 500 m
Lagedrukgebied/ depressie
Gebied met een tekort aan lucht waar lucht toestroomt op het aardoppervlak en gaat stijgen; wolken en neerslag
Landklimaat
Klimaat met In de koudste maand een gemiddelde dag temperatuur die lager is dan min 3 graden en In de warmste maand hoger dan 10 graden
Leefbaarheid
Mate waarin een gebied geschikt is om er te leven
Lichte industrie
Bedrijven die veel halffabricaten gebruiken
Lijzijde
De kant van de berg die uit de wind ligt; er valt weinig neerslag
Loefzijde
De wind kant van een gebergte met veel neerslag
Luchtsoort
Grote hoeveelheid lucht met een bepaalde temperatuur en vochtigheid
Maatschappelijke segregatie
Als Mensen uit verschillende bevolkingsgroepen weinig contact met elkaar hebben
Middelgebergte
Gebied waar de meeste bergtoppen tussen de 500 en 1500 m hoog zijn
Middellandse zeeklimaat
C klimaat met hete droge zomers en vochtige zachte winters
Migrantenwijk
Woonwijk waar een groot deel van de bevolking een migratieachtergrond heeft
Modderstroom
Kolkende modderig gebruik die met hoge snelheid van een helling afstroomt
Multiculturele samenleving
Samenleving van Mensen uit verschillende culturen
Natuurlijke bevolkingsgroei
Bevolkingsgroei of bevolkingsafname door het aantal geboorten min het aantal sterftes
Neerslag factor
Factor waardoor neerslag ontstaat
Niet westerse migratieachtergrond
Iemand afkomstig uit een niet westers cultuurgebied
Orkaan/ Hurricane/ cycloon/ tyfhoon
Tropische storm met een minimaal windkracht 12 op de schaal van beaufort
Oud gebergte
Gebergte met afgeronde toppen en ondiepe dalen; ouder dan 65 miljoen jaar
pull factor/ aantrekkings factor
Reden die een gebied aantrekkelijk maakt voor migranten
pushfactor/ afstotingen factor
Reden om te verhuizen uit hun gebied
Regen schaduw
De lijzijde van een berg waar de dalen en de warme lucht weinig of geen neerslag brengt
Ruimtelijke segregatie
Het apart wonen van bevolkingsgroepen met bepaalde kenmerken in bepaalde wijken
Re-urbanisatie
Bevolkingsgroei In de stad na een periode van suburbanisatie
Schaal van beaufort
Schaal om de kracht van de wind aan te duiden
Schaal van saffir-Simpson
Schaal om de windkracht van orkanen aan te geven
Stedelijke vernieuwing
Het vernieuwen van woonwijken In de stad zodat de leefbaarheid sterk verbetert
Selectieve migratie
Migratie op basis van het bijvoorbeeld leeftijd inkomen en of geslacht
Sociale bevolkingsgroei
Verandering van het bevolkingsaantal doordat Mensen uit een gebied vertrekken of dat ze zich er vestigen
Steppeklimaat
Droog klimaat met 250 tot 500 mm neerslag per jaar
Sturings regen
Neerslag die ontstaat door stijgende lucht tegen een gebergte
Suburb
Ruim opgezette buitenwijk met veel vrijstaande huizen en tuinen afgewisseld met parken